In 2010 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 20 'meldingsplichtige' storingen voorgedaan: waarvan 9 in Borssele. NRG/HFR registreerde in 2010 een totaal van vijftien ongewone gebeurtenissen waarvan vijf radiologisch relevant waren. Hiervan zijn twee ongewone gebeurtenissen aan de KFD gemeld. Alleen die 2 gebeurtenissen zijn in het overzicht opgenomen. NRG registreerde in 2010 een totaal van tweeënzeventig ongewone gebeurtenissen in de 'andere installaties' waarvan er achtentwintig radiologische relevant waren. Er hebben zich bij deze installaties twee meldingsplichtige ongewone gebeurtenissen voorgedaan waarover in dit rapport verslag wordt gedaan. Verder 2 bij de Covra en 1 op het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) van de Europese Unie bij de ECN in Petten. Mallinckrodt Medical registreerde in 2010 een totaal van vierentwintig ongewone gebeurtenissen waarvan dertien gevallen radiologisch relevant waren. Er heeft zich bij Mallinckrodt Medical één ongewone gebeurtenis voorgedaan die in het overzicht is opgenomen.
Dan Urenco in Almelo: de radiologische belasting van de omgeving is licht gestegen ten opzichte van voorgaande jaren. Urenco registreerde in 2010 zesenveertig ongewone gebeurtenissen waarbij in dertien gevallen radioactieve stoffen betrokken zijn geweest. In 2010 hebben zich bij Urenco drie meldingsplichtige ongewone gebeurtenissen voorgedaan die opgenomen zijn in het KFD overzicht.
De KFD vindt dat het aantal opgetreden ongewone gebeurtenissen in 2010 bij geen van de Nederlandse nucleaire installaties sterk afwijkt van andere jaren.
Dit alles blijkt uit het jaarlijkse overzicht van de Kernfysische Dienst over de storingen (tegenwoordig: ‘ongewone meldingsplichtige gebeurtenissen’) in de nucleaire installaties in 2010. Het wordt pas op 15 november 2011 door het Kabinet aan de Kamer gestuurd, hoewel de publicatiedatum al september is.
ECN
Rapportage storingen nucleaire installaties 2010
Rapportage storingen nucleaire installaties 2009
In 2009 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 13 gemelde storingen voorgedaan; drie in kerncentrale Borssele, 5 in de HFR Petten, 1 COVRA, 1 HOR Delft, Urenco 1 en GCO & Covidien Petten in totaal 3. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2008 toen het er 15 waren. Dit blijkt uit ‘Rapportage van ongewone gebeurtenissen in Nederlandse nucleaire inrichtingen in 2009’ het jaarlijkse overzicht over de storingen (tegenwoordig: ‘ongewone gebeurtenissen’) in de nucleaire installaties in 2009 dat de Kernfysische Dienst (pas) publiceert op 6 oktober 2010.
Ernst ongeluk HFR pas 8 jaar later bekend
Door een enkele alinea in het in november 2009 uitgegeven boek van oud-ECN-directeur Frans Saris (‘Darwin meets Einstein’) krijgt een melding in het Storingsoverzicht van de Kernfysische Dienst over 2001 een heel andere impact. Saris schrijft:
"The nuclear reactor is a research reactor, not a power reactor; it needs electricity to operate, for instance to pump cooling water. The reactor has a back-up cooling system to prevent meltdown of the core in case of a power failure. But this evening the back-up cooling system failed to come into action and the operators did not know what to do. There is an extra safety system by convection cooling for which the operators had to open a valve, but the control room was dark. When they reached for a torch that should have been there, it had been taken away by a colleague to work under his car. Trying their luck the operators put the valve of the convection cooling in what they thought was the 'open' position. But then the lights came back on and the operators discovered they had actually closed the back-up convection cooling system. Had the power failure lasted longer it would have meant meltdown and a major disaster. When I learned about this some months later - they thought they could keep it secret - I did not think I could take responsibility any longer and I resigned from the ECN."
De onthulling krijgt relatief weinig aandacht en de oud-directeur wordt weggezet als een querulant, die de interne richtingenstrijd binnen ECN ('duurzaam of kernenergie') verloor en daarom wraak zoekt.
De nucleaire activiteiten van de ECN
De ECN houdt weer haar jaarlijkse open-dag. Na jaren van crisis (minder subsidies, inkrimping) klimt het onderzoeksinstituut langzaam uit het financiële dal. Het maakt publiekelijk goede sier met onderzoek naar hernieuwbare energieontwikkeling (wind/zon), maar hoewel steeds op een kleinere schaal, doet het nog steeds onderzoek naar kernenergie. Bij de poort wordt, samen met een antikernergie-ballon, informatie uitgedeeld over de nucleaire projecten van de ECN: de NRG, de HTR, CORA, RAS.
Rapportage storingen kerncentrales 1998
In 1998 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 19 storingen voorgedaan: 11 in Borssele, 8 in Dodewaard die in maart is stilgelegd. Verder zijn er ook storingen geweest bij de ECN, HOR Delft en Urenco (allemaal 1). Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1998 van de Kernfysische Dienst publiceert in juli 1999.
NRG formeel van start
Om de financiële crisis een beetje het hoofd te bieden heeft de ECN afdeling Nucleair een samenwerkingsverband gesloten met de nucleaire afdeling van de KEMA. De grotendeels complementaire nucleaire expertise van KEMA en ECN wordt samengebracht in de Nuclear Research and Consultancy Group (NRG -op z’n Engels ‘energy’). ECN participeert voor 70% en KEMA voor 30%. Het telt circa 280 medewerkers en heeft vestigingen in Petten en Arnhem. “NRG verwacht zijn positie op de internationale markt te kunnen versterken: een voorwaarde om de kritieke grootte van een aantal nucleaire disciplines – en daarmee de gewenste competentie – voor Nederland te behouden.“ meldt het ECN-jaarverslag over 1998. Na toetsing door de Nederlandse Mededingingsautoriteit en instemming van het Ministerie van EZ vindt de formele oprichting plaats op 1 oktober 1998, direct gevolgd door een strategische oriëntatie op de R&D-koers: “De uitkomst van deze toekomst-verkenning bevestigde dat NRG prioriteit dient te geven aan de ontwikkeling van nieuwe, veilige reactorconcepten, en aan de vermindering en de levensduurverkorting van kernsplijtingsafval.“
NRG gaat het beheer voeren over de HFR de LFR het Hot Cell Lab (HCL), de decontaminatie en waste management faciliteit (DWT) en de productie van medische isotopen.
Rapportage storingen kerncentrales 1997
In 1997 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 24 storingen voorgedaan: 15 in Borssele, 9 in Dodewaard. Verder zijn er ook storingen geweest bij de ECN en Covra (beide 1). Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1997 van de Kernfysische Dienst publiceert in juli 1998.
ECN: Tijdelijke opslag in zoutkoepels
Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) houdt een studiedag in kleine kring over ondergrondse opslag en ziet deze dag als het begin van een “zinvolle maatschappelijke discussie.“ Het ECN heeft een nieuw opslagplan: sla het kernafval 25 jaar lang tijdelijk op in zoutkoepels, dan kan daarna de volgende generatie beslissen de opslagmijn open te houden of definitief te sluiten. Dit plan roept natuurlijk weerstand op in het Noorden. Milieuminister M. de Boer stelt hierop in een brief van 24 juli dat het opbergen van kernafval in zout “technisch haalbaar en in principe veilig“ is en “dus een van de mogelijkheden blijft die in het onderzoek wordt betrokken.“ Maar de aanleg van een mijn voor de opslag van kernafval is “thans niet aan de orde.“
Rapportage storingen nucleaire installaties 2007
In 2007 hebben zich in de Nederlandse nucleaire installaties 15 storingen voorgedaan: waarvan 5 in Borssele, 1 bij de GCO (Petten), 2 bij de HOR Delft, 7 bij NRG (w.o. 2 HFR). Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de nucleaire installaties in 2007 dat de Kernfysische Dienst publiceert in september 2008.
Voorstel: verbreding RCN tot ECN
Terwijl minister van EZ Lubbers nog 3 kerncentrales wil bouwen, besluit het Kabinet Den Uyl tot verbreding van het onderzoeksterrein van het RCN met allerlei andere "alternatieve" energieonderwerpen. De Ministerraad bespreekt een voorstel van minister Trip (PPR -Wetenschappen) en de LSEO (in 1974 ingestelde Landelijke Stuurgroep Energie Onderzoek olv Van Gool) om te komen tot een Energieonderzoek Centrum Nederland.
- 1
- 2
- 3
- 4
- volgende ›
- laatste »
