- Splijtstof:
- grondstoffen en productie van splijtstof (tot gebruik in kerncentrale). Ook de omschakeling (conversie) naar andere (hoger/lager verrijkte) splijtstof of MOX
Advies aankoop uranium
Naar aanleiding van de publicatie van Hahn/Strassman over uraniumsplijting, schrijft W.J. de Haas (Universiteit Leiden) -mede namens andere wetenschappers- een brief aan minister president Colijn. De Haas wijst op de mogelijkheid dat Duitsland de kernsplijting voor militaire doeleinden (ontwikkeling van een kernwapen) kan ontwikkelen en adviseert de regering zo snel mogelijk enkele tonnen uraniumoxide aan te schaffen.
Aankoop uranium
Door de Nederlandse regering wordt via de Delftse Glasfabrieken 10.000 kg uraniumoxide gekocht bij de firma Union Minière uit de Shinkolobwe-mijn in Belgisch Congo. Er bestaat wat onduidelijkheid over de precieze hoeveelheid, maar 10 ton is waarschijnlijk. De 200 vaten yellow-cake (met uraangehalte van 67%) komen per trein in Leiden aan en worden eerst opgeslagen in de kelder van het Kamerlingh Onnes Laboratorium aldaar, maar worden vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog overgebracht naar Delft.
Ook Philips koopt een grote hoeveelheid uranium. Wat er precies met de yellow cake is gebeurd, is een intrigerende maar schijnbaar niet te beantwoorden vraag: het is niet bekend en in de bedrijfsarchieven, zo is door eerdere onderzoekers vastgesteld, is er ook niets over terug te vinden.
Volgens de boekhouding van Union Minière hebben in die periode, in totaal zes Nederlandse bedrijven uranium (of radium dat UM ook leverde) gekocht. Bij vier niet met name genoemde bedrijven gaat het om hele kleine aankoop bedragen, maar bij ‘Delft” (of wel de Verenigde Glasfabrieken) en (zeker) ook bij Philips gaat het om grote bedragen, en dus om grote hoeveelheden. Waarschijnlijk gaat het bij de andere vier bedrijven om industriële toepassingen van uranium, bijvoorbeeld voor het kleuren van glas. Dat is ook de reden dat de Glasfabrieken als dekmantel wordt gevraagd het uranium aan te schaffen. Het Ministerie van Defensie betaalt de rekening.
Thorium verpatst
Het eerste contact in Londen over onderhandelingen tussen Nederland, Engeland en Amerika. Dit resulteert (op 4 augustus 1945) in een overeenkomst waarbij Nederland zich verplicht al het winbare thorium-erts in Nederlands-Indie aan een Amerikaans-Brits consortium over te dragen, nadat aldaar het Nederlands gezag zal zijn hersteld. Niet eens het hele kabinet, laat staan het parlement (of Nederlands Indië) wordt hiervan op de hoogte gesteld. Pas in 1991 wordt de tripartiete thoriumovereenkomst bekend.
Uranium verborgen in Delft
Tijdens WO-II wordt de yellow-cake door het Ministerie van Oorlog (die ook de aankoop financierde) opgeslagen in een kelder van het scheikundig lab van de Artillerie-inrichtingen (Julianalaan134) in Delft en verborgen gehouden voor de Duitse bezetter, maar ook voor de bevrijder: de Amerikanen zijn nooit op de hoogte gesteld van de aanwezigheid van yellow-cake. Tijdens de bezetting heeft de kelder last van wateroverlast en als de pompen het niet langer aankunnen wordt de kelder dichtgemetseld. “…het uraan moet er nog zijn…”, schrijft De Haas in september 1945.
Advies voor kernfysisch onderzoek
Op initiatief van de Leidse fysicus H.A. Kramers komt de ‘Commissie voor Atoomphysica’ (ook wel genoemd naar voorzitter Kramers) in Groningen voor het eerst bijeen. Op die eerste vergadering zijn nog maar vijf wetenschappers, die allemaal de beschikking hebben over het Smyth-rapport: Van Arkel, Koster, Gorter, Kramers en Sizoo. Belangrijkste discussie is of met het in Nederlandse bezit zijnde uraniumoxide een ‘atoomzuil’ (letterlijke vertaling van ‘pile’ uit het rapport Smyth), gebouwd zou kunnen worden. Vooral wordt besloten de regering te adviseren een nieuwe organisatie op te zetten voor de promotie van kernfysisch onderzoek. In de eerste vergadering wordt ook gemeld dat Philips ver is gevorderd met de bouw van een cyclotron.
Andere voornemens van de commissie: het door de Duitsers leeggeroofde laboratorium aan de Vrije Universiteit weer in Amsterdam op te bouwen, de deeltjesversneller in Utrecht af te maken en met de bouw van een versneller in Groningen te beginnen. Maar vooral ook om aan de VU een onderzoek te beginnen om het uraniumoxide te zuiveren.
Uranium naar OK&W
Na het einde van de oorlog wordt het uranium door het ministerie van Oorlog overgedragen aan het Ministerie van OK&W (Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen) G.J.Sizoo (VU Amsterdam) wordt gevraagd er zorg voor te dragen en verklaart zich op 6 februari bereid het beheer over het uranium te voeren.
'Inrichting van splijtingsoven'
FOM stelt een commissie in (genoemd naar) en onder leiding van Sizoo, ‘inzake de inrichting van een splijtingsoven in Nederland’ met als belangrijkste vraag of met het in Nederlands bezit zijnde uraniumoxide een reactor gebouwd kan worden. Duidelijk is dat het uranium in de vorm waarin het nu is, onbruikbaar is. G.J.Sizoo werkt bij de VU aan een methode om het te ‘zuiveren’
Concept-overeenkomst samenwerking
FOM-wetenschappers stellen een concept-overeenkomst op voor de samenwerking met Noorwegen bij de bouw van een testreactor en fundamenteel kernenergie onderzoek. Nederland belooft 6 ton uraniumoxide en draagt bij aan de kosten. Noorwegen is ook nog in onderhandeling met de Fransen, maar in mei loopt die spaak.
Leveringsovereenkomst VS verrijkt uranium
De (al op 18 juli in Washington feestelijk ondertekende) overeenkomst met de VS voor de levering van verrijkt uranium treedt in werking nadat het door het Nederlandse Parlement in oktober is goed gekeurd. De overeenkomst (voor 5 jaar –en het eerste van de VS met een ander land hierover) regelt de levering van 6 kilo (maximaal 20%) verrijkt uranium, trainingsfaciliteiten en technologische overdracht. De levering op korte termijn van een onderzoeksreactor wordt niet opgenomen maar ook niet uitgesloten. Ondertussen wordt er al over een tweede, meer algemene overeenkomst onderhandeld. Door dit akkoord zal uiteindelijk worden afgezien van de zwaarwater techniek en worden gekozen voor de Hoge Flux Reactor met als brandstof hoogverrijkt uranium.
Brandstof voor KSTR
Nadat de onderhandelingen al in 1954 gestart zijn sluit het RCN een contract met UKAEA over de levering van hoogverrijkt uranium. Het contract is bedoeld voor de nulenergie-reactor, de voorloper van de KEMA Suspensie Test Reactor (KSTR). In februari heeft Biliton 118 ton (thoriumhoudend) monazietzand aan de KEMA geleverd voor de thoriumsplijtstof. KEMA is ondertussen begonnen met de bouw van een nieuw lab, speciaal voor de nulenergie-reactor en ander nucleair onderzoek. In november 1955 verklaard KEMA directeur Van Staveren trots dat de reactor binnen anderhalf jaar klaar zal zijn. De kosten van het lab worden (in februari 1955) op f 7,5 miljoen geschat.