Noodwetje voor Dodewaard
Om al gedane investeringen te beschermen en om te voorkomen dat “de ontwikkeling en toepassing van kernenergie” een “ernstige slag” toegebracht zal worden, treedt er een noodwetje in werking. Volgens de minister van EZ (Andriessen) is het absoluut noodzakelijk dat de Nederlandse Staat General Electric vrijwaard van de gevolgen van de wettelijk aansprakelijkheid voor de gevolgen van een ongeluk, zowel in Nederland als de omringende landen. De internationale verdragen op dit gebied zijn namelijk door Nederland (nog) niet geratificeerd en dit wordt wel uitdrukkelijk door GE geëist in het contract voor de bouw van Dodewaard. De Kamer gaat zonder morren akkoord. Op 1 januari 1966 wordt dit dan definitief geregeld in de ‘Wet inzake de wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie’.
Scheepsreactor op land
RCN deelt mee dat ze in het kader van het NERO-project een voorstel voor een prototype scheepsreactor, genaamd Proteus (af en toe ook Nereus genoemd), heeft uitgewerkt en die in Petten (dus op land) wil gaan bouwen. De regering moet dan wel f 20 miljoen op tafel leggen voor de bouw van Proteus, vindt RCN. Aan Philips wordt de opdracht gegeven splijtstofelementen te leveren voor de KRITO-installatie, een kritisch-experiment dat voor de ontwikkeling noodzakelijk is. KRITO is in maart 1963 in gebruik genomen en is eigenlijk een kleine (45 cm hoge) pseudokern van NERO. Als constructiemateriaal voor de elementen wordt niet gekozen voor zirkaloy (wat wel voorzien is in de NERO-reactor) maar voor aluminium omdat dat veel goedkoper is. De splijtstof zelf komt uit het buitenland. Dit is ook het begin van de splijtstofelementenfabricage waarvoor op het terrein van het RCN een ruimte ontstaat die in 1966 klaar zal zijn.
Bouw Dodewaard begint
Hoewel de hinderwetvergunning die in juni het jaar daarvoor door de SEP is aangevraagd voor de bouw van een kerncentrale in Dodewaard, nog niet is afgegeven, beginnen de grondwerkzaamheden voor de bouw van de kerncentrale.
ITAL officieel geopend
Het Instituut voor Toepassing voor Atoomenergie in de Landbouw (ITAL) in Wageningen wordt officieel geopend. De totale kosten (incl. reactor) zijn f 13 miljoen. De kosten van de reactor werden in 1957 geschat op 1,5 miljoen gulden, in 1959 waren die schattingen al opgelopen tot 3-3,5 miljoen.
Euratom betaald voor Europees kweekreactoronderzoek, advies voor bilateraal
Eind 1964 dient Neratoom bij EZ een verzoek in voor het subsidiëren van onderzoek (samen met TNO) naar vloeibaar natrium als koelmiddel voor snelle kweekreactoren, waarin TNO en Neratoom zich al vanaf 1962 op concentreren. EZ betaald vervolgens uit het Fonds Nucleaire Industriële Ontwikkeling de overheidsbijdrage (van 4 miljoen gulden) voor het onderzoek. Ook Euratom wordt om financiële steun gevraagd en op 1 januari sluit Nederland een driejarig associatieverdrag met Euratom over onderzoek naar kweekreactortechnologie en over het “hergroeperen” van al het onderzoek “in het kader van één Associatie“. Euratom gaat 40% van het onderzoek dat in Nederland gebeurt (door TNO, Neratoom en RCN) betalen.
Op 22 januari, drie weken na het verdrag met Euratom om van het kweekreactoronderzoek een Europees project te maken, adviseert de IRK dringend voor (bilaterale) samenwerking met de Duitsers.
Reorganisatie EZ: DG Energievoorziening
Minister Andriessen (CHU) reorganiseert (moderniseert) het ministerie van Economische Zaken; hij voegt Industrie en Handel samen en combineert alle energiedirecties in het nieuwe Directoraat-Generaal voor de Energievoorziening. Er zijn dan 5 directies: Gasvoorziening, Kernenergie, Elektriciteitsvoorziening, Kolen en aardolie en tot slot Mijnwezen.
Het DG is opgericht omdat “enerzijds de aanwending van het aardgas en anderzijds de afwikkeling van de sluiting van de mijnen, naast de aandacht voor olie en kernenergie een integrale visie op energie verlangde“. Het accent ligt voornamelijk op de voorzieningssituatie en door deze brede taakstelling gaat het DG ook over de productie, de milieuaspecten en de betaalbaarheid van het product. Pas in 1979 komt er een DG voor Energie.
Oprichting GKN
De aandeelhouders van de SEP, en de PZEM, richten de Gemeenschappelijke Kernenergiecentrale Nederland (NV GKN) op voor de bouw van de kerncentrale Dodewaard. De aandelen van de GKN worden verdeeld aan de hand van de hoeveelheid geleverde stroom in 1960. De EZH (Elektriciteitsbedrijf Zuid-Holland) is verreweg de grootste aandeelhouder. De KEMA, SEP en GKN zijn allen gevestigd te Arnhem en worden samen wel aangeduid als de ‘Arnhemse Instellingen’. Alle contracten voor de bouw van Dodewaard worden overgeschreven van de SEP naar de NV GKN.
Eindelijk bouwvergunning
B&W van Dodewaard verlenen de bouwvergunning voor de kerncentrale. Een beetje laat want de bouw (grondwerk) is al op 23 september 1964 begonnen en op 25 februari van dit jaar is al feestelijk begonnen met het heiwerk door de eerste paal te slaan.
Eerste plannen voor tweede kerncentrale
In Utrecht is een officieus gesprek tussen de elektriciteitsmaatschappijen, RCN, Philips en Neratoom over het Nationaal plan voor de Kernenergie wat EZ in 1965 heeft gevraagd. Tijdens de bijeenkomst meldt de GKN dat het binnenkort offertes aan wil gaan vragen voor de bouw van een 200-300MW grote kerncentrale die economisch elektriciteit moet gaan produceren. Dit zal resulteren in de kerncentrale in Borssele. De IRK adviseert eind van het jaar en is van mening dat de “Nederlandse industrie onder redelijke garanties voor prijzen en opleveringstermijnen deze bouw uitvoert“.
Opwerking van HFR-brandstof
Euratom tekent een contract met Eurochemic voor de opwerking van brandstof uit de HFR in Petten. Het gaat om een contract samen met de BR-2 reactor in Mol in totaal om ongeveer 4000 kg uranium en aluminium. De Eurochemic fabriek in Mol zal in juli in bedrijf komen. Het opwerkingsafval blijft achter in Mol, maar het is onduidelijk wat er met het plutonium gebeurt; het komt in ieder geval niet voor in de opgaves van de Nederlandse regering over plutonium-productie.