Intentieverklaring ontwikkeling kweekreactortechnologie
Het Kabinet De Jong gaat akkoord met Grundsatzerklärung, een soort intentieverklaring over samenwerking met de Duitsers in de snellekweekreactortechnologie, en volgt daarmee het IRK-advies op om “een aanmerkelijke bijdrage te geven ter bestrijding van bedoelde ontwikkelingskosten.“ België en later ook Luxemburg treden ook toe tot het kweekreactorproject. Voor de eventuele bouw van een prototype kweekreactor (die, zo hoopt men, in 1970 kan beginnen) moet dan nog weer een aparte beslissingen genomen worden. Over de precieze invulling van die samenwerking wordt achter de schermen nog onderhandeld. De week daarvoor had de minister van EZ (De Block) een telefoontje gehad waaruit de verwachting bleek dat “snelle reactoren pas 1990 a 2000 van de grond zouden komen“. “Dit was een novum“ schrijft hij aan z’n hoogste ambtenaar. De Block werd aangeraden “ernstig te overwegen of wij nu wel met de snelle reactoren zouden meedoen”.
Start van internationaal georganiseerde dumpingen
Nederland begint nu (in internationaal verband) met georganiseerde dumpingen van radioactief afval in zee. In 1965 is door de regering gekozen voor “verwijdering door dumping in zee“ en vanaf 1963 is de RCN de “erkende ophaaldienst“ en wordt het afval gecentraliseerd opgeslagen. Het wordt per binnenvaartschip van Petten naar IJmuiden vervoert en daar samen met afval uit België, Frankrijk, West-Duitsland en Engeland overgeladen op het Britse schip ‘Topaz’. Van daar uit wordt het in augustus gedumpt op een internationaal aangewezen plek: een 4km diepe trog 750 km noord-west van Spanje. Hier zal tot 1976 door Nederland 8x gedumpt worden.
Voorlopig wordt er elke twee jaar gedumpt (1967, 1969, 1971), maar door de opening van de kerncentrale in Dodewaard neemt het volume erg toe en wordt er dan elke zomer gedumpt.
Eerste paal proefopstelling centrifuges
In Duivendrecht (bij het laboratorium dat er al staat aan de Wenckebachweg) wordt de eerste paal geslagen voor de fabriek waarin de proefopstelling komt met 70 centrifuges. In de loop van 1968 komt de proefopstelling in bedrijf, maar niet voor lang. In 1975 verhuist het ‘onderzoeks- en ontwikkelingslab’ naar Almelo. Er werken dan 90 mensen.
Geen Euratom-gelden voor ultracentrifugeonderzoek
Het kabinet onder leiding van de minister van Economische Zaken De Block, verdedigt bij de ministersconferentie in Luxemburg in december de beslissing het ultracentrifuge onderzoek niet aan te melden bij Euratom. Het aanmelden zou weliswaar financiële steun van Euratom kunnen opleveren, maar zou ook betekenen dat de technologie verder bekend wordt en dat zou het project economisch (de Nederlandse concurrentiepositie) kunnen schaden. De steller van de vragen hierover (De Goede van D66) wordt en passant door de minister beticht van het in openbaarheid brengen van geheime informatie. De kamer vindt in meerderheid ook dat het goed is het niet aan te melden, al is er wel enige aarzeling bij de regeringspartijen. Volgens de PvdA is het “project nog niet geschikt om als studieproject in een proeffabriek van Euratom te worden gebruikt“.
Offertes voor tweede kerncentrale
De GKN heeft offertes aangevraagd voor de bouw van een tweede kerncentrale, ongeveer 400MW, te bouwen in Dodewaard of in het Sloegebied (bij Vlissingen). Er zijn 7 aanbiedingen, waarbij een aantal van joint ventures met Nederlandse bedrijven (onder andere Westinghouse/Neratoom).
Ongeluk HFR Petten
Een “ongeval” (zoals het vermeld werd) in de HFR. De reactor wordt gestart terwijl splijtstof-experiment Ellas-2 in ingereden positie klaar staat zonder het benodigde koelwater. Bij 15 MW smelt de capsule. Het is een menselijke fout: het blijkt dat “een slede waarop de capsule zich bevond in de richting van de reactorkern is verplaatst, terwijl deze van de reactorkern verwijderd had moeten worden”. De reactor wordt gestopt en de reactorhal geëvacueerd i.v.m. het vrijkomen van splijtingsproducten. Gevolg: jodiumactiviteit in het (koel)water en er wordt actief edelgas geloosd door de schoorsteen en de meters tikken flink. Na een paar dagen kan het element weggehaald worden.
Groter vermogen IRI
Nadat men halverwege 1967 begonnen is met de modificatie en uitbreiding van de reactorinstallatie, wordt de IRI weer opgestart met een vermogen van 2MW (thermisch). De reactor had een oorspronkelijk vermogen van 100kW. Er kwam een vergunning voor 200kW in februari ’66 en voor 500kW in maart 1967. Er zal op 19 februari 1969 nog een vergunning komen tot een vermogen van 3MW, maar dat vermogen zal nooit bereikt worden.
Proefopstelling natriumkoeling
De eerste paal wordt geslagen van een 50MWth natriumkoelcircuit bij Stork in Hengelo ten behoeve van het onderzoek over natriumkoeling in kweekreactoren (en spoedig specifiek voor Kalkar). Met de bouw is ruim 2 jaar en een bedrag van ruim 50 miljoen gulden gemoeid. De installatie wordt gebouwd door Neratoom en zal tot eind zeventiger jaren onderzoek doen ten behoeve van Kalkar.
Nederland en het NPV
Nederland ondertekent het Non-Proliferatie Verdrag, het verdrag tegen de verspreiding van kernwapens. Hoewel Nederland zegt dit verdrag te zien als een belangrijke stap naar een veiligere wereld, is ze voorlopig niet van plan het verdrag te ratificeren, voordat over de kwestie van controle overeenstemming is bereikt tussen Euratom (met als leden, Frankrijk, West-Duitsland, Italië en de Benelux-landen) en de IAEA. Die onderhandelingen tussen Euratom en IAEA duren heel lang en Nederland (net als alle Euratom-landen behalve Frankrijk) zal het NPV pas in 1975 ratificeren!
Het verdrag wordt op 5 maart 1970 van kracht, nadat 3 kernwapenstaten (VK, USA en USSR) en 40 niet-kernwapenstaten het verdrag geratificeerd hebben.
Link naar het Non-Proliferation Treaty [pdf]
Oprichting Kernfysische Dienst
Nu de tweede Nederlandse kerncentrale in Borssele gebouwd gaat worden vindt de overheid dat er behoefte is aan een onafhankelijke toezichthouder en wordt de Kernfysische Dienst opgericht die 1 november haar werkzaamheden begint. De KFD (die onder het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid valt) moet toezien op de nucleaire installaties, de opslag en het transport van nucleair materiaal en de non-proliferatie (tegengaan van verspreiding) van nucleair materiaal en technologie.