Urenco/UCN Almelo

De uraniumverrijkingsfabriek en de fabriek voor de ontwikkeling en bouw van centrifuges in Almelo en de samenwerking tussen Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland

Nieuwe vergunning voor nieuwe rechtspersoon: Urenco NL BV

31 december 1993

De minister van EZ geeft Urenco de op 26 maart aangevraagde vergunning voor een capaciteitsuitbreiding tot 2.500 ton (scheidingsarbeid per jaar). Met deze vergunning mag Urenco de al bestaande SP4 uitbreiden tot 1500 (was 1085) en een nieuwe fabriekshal bouwen (de SP5) met een maximale capaciteit van 1000 ton. Ook zijn met deze nieuwe vergunning de “voorheen apart bestaande vergunningen“ voor de verrijkingsfabrieken (op naam van Urenco Nederland vof) en het laboratorium (van UCN NV) samengevoegd. Dit heeft te maken met het feit dat alles vanaf 31 augustus over gegaan is naar een nieuwe rechtspersoon: de Urenco NL BV.
Urenco Nederland BV is nu 1 van de vier 100% dochters van de Britse holding Urenco Ltd.: de andere drie zijn Urenco UK Ltd, Urenco Deutschland GmbH, en LES (Louisiana Energy Services). Urenco NL is natuurlijk nog wel voor 98,9 % eigendom van de Nederlandse Staat.




Urenco krijgt nieuwe vergunning

13 januari 1992

Urenco krijgt van de overheid een vergunning voor een capaciteitsverhoging naar 1300 ton. Nadat vorig jaar de vergunning tot 3.500t vernietigd is, maar een gedoogvergunning (voor 1.085 t, de toenmalige productie capaciteit) sluiting voorkwam, diende Urenco in juli vorig jaar een nieuwe aanvraag in voor 1300 ton In de eerste helft van volgend jaar verwacht Urenco en aanvraag in te dienen voor een grotere uitbreiding waarbij ook een nieuwe MER (Milieu Effect Rapportage) zal moeten worden opgesteld. Milieugroepen dienen opnieuw bezwaar in.




Urenco vergunning vernietigd

18 april 1991

De uitbreidingsvergunning van Urenco voor 3500t wordt door de Raad van State vernietigd. De vergunning was in mei 1986 aangevraagd en op 17 maart ‘87 verleend. De milieubeweging juicht: het is de eerste keer dat een juridische procedure tegen een kernenergieinstallatie is gewonnen.
De gronden voor vernietiging zijn onder meer: bij de aanvraag zijn bepaalde stukken geheim gehouden, daardoor was de aanvraag niet volledig; ten onrechte zijn bezwaarschriften van politieke partijen niet ontvankelijk verklaard; onvoldoende motivatie dat de aanvraag aan de Europese richtlijnen over stralingsbescherming voldoet; het bedrijf heeft geen rekening gehouden met recente inzichten over milieu en straling. De UCN woordvoerder reageert en verwacht niet dat de uitspraak consequenties heeft voor de fabriek, en ook EZ verwacht geen sluiting. En ja hoor, op 1 juni geeft de minister van EZ (Andriessen) mede namens VROM en SZ een gedoogvergunning en mag de fabriek gewoon blijven draaien.




Namibië onafhankelijk; proces stopgezet

21 maart 1990

Zuid-Afrika trekt zich terug uit Namibië dat onafhankelijk wordt. Dit heeft onder meer tot gevolg dat het proces aangespannen door de VN Raad voor Namibië tegen de Nederlandse Staat en Urenco wegens invoer en verwerking van door Zuid-Afrika in Namibië gestolen uranium, zonder uitspraak wordt stopgezet.




Samenwerking Urenco-VS

16 juni 1989

De minister van EZ laat weten dat ‘zeer onlangs’ een aantal elektriciteitsbedrijven in de VS en Urenco hebben besloten om in de VS een ultra-centrifuge verrijkingsfabriek te bouwen. Men verwacht dat de bouw in 1992 kan beginnen en dat deze eind 1996 in bedrijf zal kunnen komen. Er zal een overeenkomst moeten komen die de waarborgen voor het vreedzame gebruik van de UC-technologie in de VS vastlegt. De Kamer gaat op 22 maart zonder al te veel discussie akkoord met de kennisoverdracht naar de VS: CDA, VVD, SGP en D66 stemmen voor en zorgen voor een meerderheid. Door de Amerikaanse bedrijven en Urenco wordt een joint venture opgericht (Lousiana Energy Services –LES) die zo is de bedoeling een fabriek van 1500ton swu gaan bouwen.




Diversificatie UCN; laserverrijking onder geheimhouding KeW

12 april 1989

UCN heeft vorig jaar al aangekondigd dat het haar activiteiten uitbreidt: het gaat zich ook richten op de lucht- en ruimtevaart. UCN-Aerospace wordt opgericht en in januari 1989 komt er een order van Fokker voor de onderdelen van de F-100. In maart 1990 krijgen UCN, Fokker en Stork f 77 miljoen van EZ om te kunnen meedoen aan en internationaal telecommunicatie programma.
Op de Universiteit Twente ontstaat in oktober (1988) beroering door de voorgenomen samenwerking met UCN in laseronderzoek. Men vreest militaire toepassingen van het onderzoek, maar in maart 1989 wordt door UT en UCN samen het NCLR (Nederlands Centrum voor Laser Research) opgericht. In april antwoord minister De Korte (EZ) op Kamervragen dat “hoewel de laserverrijking van uranium nog ver verwijderd is van commerciële toepasbaarheid“ hij het onderzoek “met het oog op mogelijke proliferatiegevaren“ onder de toepassing van het Geheimhoudingsbesluit Kernenergiewet (Stb. 1971, 420) gebracht heeft.




UCN ziet voorlopig af van uitbreiding

5 januari 1988

Bij de nieuwjaarsreceptie wordt duidelijk dat UCN voorlopig afziet van de uitbreiding van de verrijkingsfabriek in Almelo, o.a. door overproductie van verrijkt uranium en de lage dollarkoers. Het ministerie van EZ laat weten dat de vergunning voor de uitbreiding niet hoeft te worden ingeleverd. Maar als er erg veel tijd gaat zitten tussen dit tijdstip en het moment dat ze wel weer willen bouwen, zijn er misschien aanpassingen nodig. Urenco heeft in de vergunningsprocedure altijd gezegd dat de uitbreiding noodzakelijk is om nieuwe contracten af te kunnen sluiten.




Eindelijk proces tegen Staat wegens 'heling'

1 september 1987

Nadat er sinds 1981 al over gesproken wordt, is het nu eindelijk zo ver: Urenco, UCN Nederland en de Nederlandse Staat staan in Den Haag voor de rechter wegens ‘heling’ van uranium uit het door apartheidstaat Zuid-Afrika bezette Namibië. Op 14 juli heeft de VN Raad voor Namibië de dagvaarding bekend gemaakt. Op 1 september, de eerste zittingsdag, wordt het proces meteen verdaagd tot 1 december om de gedaagden de tijd te geven hun verweer op te stellen. Maar op 1 december wordt het vervolgens meteen verdaagd tot 3 mei 1988. De kern van het (schriftelijke) verweer van de Staat is dat niet aan te tonen is dat het uranium bij Urenco in Almelo afkomstig is uit Namibië en dat Nederland dus niet verweten kan worden dat het onrechtmatig grondstoffen uit het door Zuid-Afrika bezette land laat verwerken. De mondelinge behandeling van de zaak is op 6 juni 1989. De repliek van de Raad voor Namibië: de Nederlandse Staat kan op grond van overeenkomsten afleiden waar het uranium van afkomstig is; een bank die gestolen geld ontvangt kan zich niet verweren met het argument dat aan het geld niet te zien is dat het gestolen is.




UCN wil uitbreiden tot 3500 ton

2 mei 1986

Urenco Nederland vraagt een vergunning aan voor uitbreiding van de SP4 (van 1000) tot 1500 ton en voor de bouw van de SP5 van 2000 ton. “In de weken dat Tsjernobyl zijn schaduw legt over ons land (…) zet UCN zijn plannen op papier: produktie verviervoudigen!“ schrijft de Werkgroep Stop Kernenergie Almelo. Tot 15 juli worden er enkele honderden bezwaarschriften ingediend (waaronder één door B&W van Arnhem. Eind december komt de ontwerpbeschikking en op 17 maart 1987 wordt de vergunning afgegeven. Wanneer de capaciteit van 3500 ton bereikt zal worden kan UCN nog niet zeggen; eerst wordt de SP4 uitgebouwd tot 1500 t en “in de jaren negentig“ zal dan begonnen worden met de bouw van de SP5.




Namibisch uranium: proces tegen Nederlandse Staat

2 mei 1985

Het uitvoerend comité van De Raad voor Namibië van de Verenigde Naties besluit voor een Nederlands Hof een rechtszaak te beginnen tegen de Nederlandse Staat. Nederland wordt er van verdacht Artikel 1 van het Namibië-decreet te overtreden door uranium uit Namibië te betrekken. Maar er zijn nogal wat bureaucratische en politieke besluiten noodzakelijk voordat het ook daadwerkelijk tot een proces zal komen, maar in september wordt gemeld dat nog “voor het eind van het jaar“ een dergelijk proces wordt begonnen. “We hopen dat het proces tegen Urenco andere landen zal weerhouden van het importeren en verwerken van grondstoffen uit Namibië”, aldus de VN-commissaris voor Namibië. De affaire loopt nu al vanaf eind 1977.




Inhoud syndiceren