Een nieuwe affaire voor Urenco in de maak. In antwoord op vragen van D’66-Kamerlid mevrouw Lambers-Hacquebard verklaart minister Lubbers dat hij “uit bedrijfseconomische overwegingen de herkomst van door de NV Samenwerkende Elektriciteits Produktiebedrijven (SEP) aangekocht uranium niet te kunnen meedelen.“ Wel zegt dat “noch direct noch indirect uranium uit Zuid-Afrika of Namibië wordt betrokken.“ Maar de vragen gingen vooral over of Urenco uranium verwerkt uit apartheidstaat Zuid-Afrika of (het door Zuid-Afrika bezette) Namibië. Lubbers laat daar niets over los, het is ‘loonverrijking’ en de regering kan aan de afspraken daarover “geen bevoegdheden ontlenen om de herkomst van het ter verrijking aangeboden materiaal te doen nagaan.“
Urenco/UCN Almelo
Almelo: SP3 officieel geopend
De eerste commerciële eenheid voor verrijking van uranium in Almelo met een capaciteit van 60 ton wordt officieel in gebruik gesteld. Dit is de eerste fase van de uitbreiding tot 200 ton die in 1979 gereed moet zijn (de Duits-Nederlandse SP3). Een maand eerder is een soortelijke fabriek geopend in Capenhurst. De 200 tons fabriek zal ongeveer f 300 miljoen kosten, zo is de verwachting. Urenco zegt bij deze gelegenheid een orderportefeuille te bezitten voor de levering van 20.000 ton scheidingsarbeid tot 1992, een totaalbedrag van ruim vier miljard gulden.
Jacob Kistemaker houdt min of meer een privé-receptie vanwege een eervolle onderscheiding die hem ten deel is gevallen. Samen met andere ontwikkelaars van de ultracentrifuge komt hij als enige Nederlander in aanmerking voor een deel van de 500.000 Duitse marken die de Krupp-stichting heeft uitgetrokken voor acht vooraanstaande wetenschapsbeoefenaars.
Druk om niet akkoord te gaan met uitbreiding UCN
In het regeerakkoord voor het tweede kabinet Den Uyl (PvdA, D66 en CDA) dat bijna rond lijkt, is afgesproken de voorbereidingen voor de bouw van kerncentrales op te schorten en de beslissing tot bouw opnieuw te overwegen. In ruil voor het (voorlopig) uitstel van de bouw van nieuwe kerncentrales zou de PvdA haar verzet tegen uitbreiding van de UC-fabriek hebben opgegeven en een compromis met het CDA hebben bereikt.
Vanuit kerkelijke en universitaire kringen wordt een dringend beroep gedaan op de fracties die betrokken zijn bij de kabinetsformatie om uitbreiding van de UC-fabriek in Almelo te voorkomen. In de open brief aan de Kamerfracties wordt de omstreden leverantie van verrijkt uranium aan Brazilië in herinnering gebracht en wordt betoogd dat uitbreiding van UCN “een onomkeerbare stap is naar verdere uitbreiding van kernenergie in Nederland en West-Duitsland.“ Maar Lubbers ligt dwars en het tweede kabinet Den Uyl zal er niet komen.
Meer druk op goedkeuren Brazilië-levering
Lubbers doet in de Kamer verslag van de stand van het overleg met Brazilië en de Urenco-partners over de levering van verrijkt uranium. Na enige inleidende opmerkingen dat het overleg bevredigend verloopt, maakt hij duidelijk dat er nog niets is bereikt: Brazilië, een militaire dictatuur, weigert mee te werken aan strenge en als discriminerend ervaren veiligheidsvoorwaarden. De Urenco partners laten weten dat het niet uitbreiden in Almelo of het niet laten uitvoeren van de Braziliaanse order zou kunnen leiden tot het niet voorzetten van de samenwerking na afloop van het Verdrag van Almelo in 1981. Daarom, schrijft Lubbers, is overeengekomen dat de Urenco-capaciteit opgevoerd moet worden tot 2000 ton, waarvan 1000 in Almelo. Het verdrag wordt dan verlengd tot 1991. Lubbers zegt dus eigenlijk dat de Brazilie-order doorgang moet vinden.
Ondertussen oefent de Bondsrepubliek steeds meer druk uit op de beslissing door te zeggen dat als er voor juni geen (positieve) beslissing is de Duitsers genoodzaakt zijn een verrijkingfabriek op eigen grondgebied te moeten gaan bouwen. Het kabinet Den Uyl valt op 22 maart over de grondpolitiek en Van der Stoel wil het besluit over de parlementsverkiezingen (op 25 mei) heen tillen om tijd te winnen voor onderhandelingen met de Urenco-partners over de voorwaarden van levering. Op 2 april hebben ongeveer 10.000 mensen gedemonstreerd tegen de levering aan Brazilië en in korte tijd zijn er 26.000 handtekeningen opgehaald.
Partijcongressen tegen uitbreiding Urenco
Met 6511 tegen 5114 stemmen spreekt het partijcongres van de PvdA zich onvoorwaardelijk uit tegen uitbreiding van het ultracentrifugeproject in Almelo. Tevens wordt ook een amendement aangenomen op het verkiezingsprogramma met de tekst: “Er worden geen nieuwe kerncentrales gebouwd in Nederland“ Door deze motie aan te nemen komt het congres in botsing met de eigen ministers, de Tweede-Kamerfractie en het partijbestuur. Fractievoorzitter Van Thijn zegt dan ook dat de PvdA-bewindslieden de motie (voorlopig) naast zich neer zullen leggen omdat het het verder regeren met de coalitiepartners onmogelijk maakt.
Een dag eerder neemt het PPR-partijcongres een motie aan tegen de verdere continuering van de Urenco-samenwerking en voor het in 1981 (de eerste gelegenheid) uit Urenco te treden.
Kabinet: opnieuw overleg met Brazilië over Almelo-order
Het kabinet besluit opnieuw tot uitstel van de beslissing over uitbreiding van Urenco in verband met de Brazilië-order: er zijn nieuwe voorwaarden en overleg met Brazilië noodzakelijk. De voorwaarden hebben vooral betrekking op de waarborgen van Brazilië voor de levering door Urenco van nucleair materiaal. Lubbers (EZ) en Van der Stoel (PvdA) gaan daarover besprekingen voeren met hun Britse en West-Duitse collega’s. Het kabinetstandpunt heeft veel voeten in de aarde gehad: de PPR-ministers hebben lang gedreigd uit het Kabinet te stappen als de uitbreiding door zou gaan. En begin december deelt PvdA-fractievoorzitter Ed van Thijn nog mee dat dan het hele kabinet zou vallen. De PvdA-fractie is in meerderheid voor uitbreiding van de Urenco-fabriek onder de voorwaarde dat er geen verrijkt uranium wordt geleverd aan het militaire regime in Brazilië. Een beetje lastig standpunt want daar is de uitbreiding juist voor nodig. Maar de partijen gaan akkoord met de toezegging opnieuw met de Braziliaanse regering en de Urenco-partners te onderhandelen over waarborgen over het gebruik van het verrijkte uranium voor het “vreedzaam gebruik van kernenergie” en niet voor het kernwapen-programma van de militaire dictatuur.
In februari stuurt Van der Stoel staatssecretaris Kooijmans naar Londen voor overleg met zijn collega’s van West-Duitsland en Engeland. De Duitse en Engelse partners voelen echter niets voor een herziening van de inmiddels al afgesproken controleregels door het IAEA.
Bedrijfsleven heeft geen vertrouwen in UCN
Het bedrijfsleven, aandeelhouders RSV, Shell, Philips, VMF-Stork en DSM laten weten niet meer te willen investeren in de onderneming: ze vinden het risico te groot. De lasten (lees kosten) komen daarmee voor vrijwel de volle 100% voor rekening van de staat.
Urenco wil contract met Brazilië
In maart is minister Lubbers (EZ) in de Gemengde Commissie van Urenco akkoord gegaan met de levering van verrijkt uranium aan Brazilië. Op 14 juli geven EZ en het ministerie van BuZa in een brief hun fiat en de uiteindelijke versie van het contract wordt in september getekend. Ondanks de toezegging dat de Kamer het laatste woord zou hebben over de contracten (Motie Oele uit 1971) en ondanks het proliferatiegevaar, licht minister Lubbers het parlement hierover niet (onmiddellijk) in. Brazilië is de eerste grote exportklant van Urenco, maar heeft geweigerd het verdrag tegen de verspreiding van kernwapens (NPV) te tekenen. De levering hangt direct samen met het grote en zeer omstreden Duits-Braziliaanse nucleaire contract van 1974. Wat de minister van BuZa (Van der Stoel) heeft afgesproken in onderhandelingen met het IAEA en met de Braziliaanse regering is onduidelijk. Door dit contract is het noodzakelijk de verrijkingscapaciteit van de UCN uit te breiden. De Brazilië-leverantie zal de gemoederen nog lang bezig houden
