Advies voor internationale samenwerking
In de vergadering van de Raad van Bestuur van FOM brengt de Commissie Sizoo verslag uit en vindt dat Nederland, om niet achterop te raken, mee moet doen met kernfysica en de bouw van een ‘pile’. Citaat: “Hebben wij, die als deskundigen op natuurkundig gebied, weten welke mogelijkheden er voor de toekomstige Nederlandse levensstandaard op atoomkernphysisch gebied eventueel liggen, het recht deze gegevens te onthouden aan de niet deskundige regering en volk?” De middelen voor verder onderzoek zijn voldoende aanwezig: van de 5 miljoen gulden jaarlijks voor ZWO (Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek), waar FOM onder valt, gaat zeker 40% naar kernfysica.
Ondanks de aanbeveling van Sizoo besluit FOM dat de bouw van een kernreactor door Nederland voorlopig niet aan de orde is: de kosten zijn simpelweg te groot voor een klein land. Samenwerking met andere ‘kleine’ landen ligt meer op de weg en tijdens de besprekingen wordt meegedeeld dat Noorwegen de bouw van een eigen ‘pile’ overweegt.
Start productie medische isotopen
In de cyclotron van het IKO in Amsterdam begint de Philips-Roxane groep al meteen met de productie van commerciële (medische) isotopen en vanaf 1952 zijn er ook reactor isotopen verkrijgbaar. Ook lang nadat (vanaf 1958) Philips-Duphar een andere grotere behuizing krijgt op het RCN-terrein, duurt de productie nog voort bij het IKO.
FOM: Europees centrum in Nederland
Officiële opening van de cyclotron bij het IKO in Amsterdam. FOM organiseert ter ere daarvan een internationaal congres over samenwerking bij bouw van kernreactoren en andere grote nucleaire installaties. FOM stelt voor een gemeenschappelijk Europees onderzoekscentrum voor kernenergie in Nederland bouwen. Jammer genoeg blijkt Noorwegen afwezig te zijn en Kramers (voorzitter FOM) besluit op bezoek te gaan omdat men daar, zo heeft men vernomen, bezig is met de ontwikkeling van een eigen reactor.
Samenwerking met Noorwegen
H.A. Kramers is op bezoek in Noorwegen, dat al veel verder blijkt te zijn dan verwacht bij nucleair onderzoek: er is zelfs al een reactor in aanbouw in Kjeller. Groot probleem voor Noorwegen is dat ze geen uranium hebben, groot voordeel is dat ze beschikken over zwaarwater. Samenwerking ligt daarom ook voor de hand.
Bij Randers (de directeur van het Noorse IFA, het in 1948 opgerichte Noorse Instituut voor Atoomenergie) thuis worden de hoofdlijnen opgesteld voor een overeenkomst tussen FOM en IFA, die voorziet in de oprichting van een Joint Establishment for Nuclear Energy Research (JENER).
Concept-overeenkomst samenwerking
FOM-wetenschappers stellen een concept-overeenkomst op voor de samenwerking met Noorwegen bij de bouw van een testreactor en fundamenteel kernenergie onderzoek. Nederland belooft 6 ton uraniumoxide en draagt bij aan de kosten. Noorwegen is ook nog in onderhandeling met de Fransen, maar in mei loopt die spaak.
KEMA wil ‘uraniummijt’ bouwen
J.C. van Staveren, directeur KEMA, schrijft een brief aan de penningmeester van FOM (J.M.W. Milatz) waarin voorgesteld wordt een proefreactor (“uraniummijt“) te bouwen van “ten minste 100 kW“. Hij stelt dat de prijs (geraamd op 4.500.000 gulden) “geen bezwaar mag vormen“. KEMA wil een samenwerkingsverband van elektriciteitsmaatschappijen, FOM en industrie en de locatie zou dan Arnhem zijn: “een nieuw gebouwd en modern geoutilleerd researchlaboratorium staat daartoe onzer beschikking.” Dit voorstel zal de Noors-Nederlandse reactor overbodig maken en heeft daardoor weinig kans van slagen.
Plan ontwikkeling kernenergie in Nederland
De Raad van Bestuur van FOM dient een voorstel in bij de minister van O,K&W (F.J.Th.Rutten) met een drie faseplan voor de ontwikkeling van kernenergie in Nederland. De toon is gezet: “Er kan weinig twijfel over bestaan dat de toepassing van kernenergie uiteindelijk een grote industriële omwenteling teweeg zal brengen”.
De drie fases zijn:
1- bouw van een reactor in Noorwegen, en onderzoek naar de mogelijkheid van een kerncentrale in Nederland
2- bouw van een 5 MW reactor in Nederland
3- bouw van een industriële 100 MW reactor met een belangrijke taak voor de Nederlandse industrie.
Op 27 december neemt de ministerraad (in grote lijnen) het voorstel van FOM en Rutten (OK&W) over en stelt f 300.000 beschikbaar voor het jaar 1951.
Noors-Nederlandse samenwerking feit
Nadat Noorwegen al had ondertekend doet de Nederlandse delegatie dat nu ook en daarmee is de nucleaire onderzoekssamenwerking tussen Noorwegen en Nederland een feit. Men besluit de samenwerking JENER te noemen: Joint Establishment for Nuclear Energy Research. De financiële bijdrage van Nederland voor 1951-1952 wordt geschat op f 350.000 die al grotendeels op is aan het omzetten van het uraniumoxide.
Met dit samenwerkingsverdrag zijn Nederland en Noorwegen in één klap niet alleen vergelijkbare landen zoals België en Zweden voorbijgestreefd, maar ook Frankrijk, dat vóór de tweede wereldoorlog helemaal vooraan had gelegen in fundamenteel kernfysisch onderzoek.
Philips-cyclotron naar Argentinië
Argentinië, een (door sommigen geclassificeerd als ‘fascistische’) dictatuur onder leiding van Juan Peron, koopt van Philips een kopie van de cyclotron die op het IKO in bedrijf is. Argentinië zegt ver te zijn ("doorbraak") met kernfusie en voor verdere experimenten van het geheime militaire project heeft men die nodig. Via prins Bernhard die begin april in Argentinië aangekomen is op een handelsmissie worden de contacten gelegd. Kernfysicus Bakker van Philips gaat naar Argentinië om de verkoop af te sluiten voor fl 790.000,-. Het Amsterdamse Parool reageert verontwaardigd: “Moeten we naar een dergelijk land de resultaten van ons wetenschappelijk vernuft brengen? En hoe wil men de toepassing van atoomenergie voor vreedzame doeleinden van gebruik voor oorlogsdoeleinden gescheiden houden?” Het onderzoek wordt later plots gestopt, de installaties afgebroken en de leider als charlatan ontmaskerd. Maar weer veel later wordt dat laatste weer gerelativeerd door kernfusieonderzoekers, die stellen dat er meer wetenschappelijke basis was in z’n onderzoek dan eerder (werd) aangenomen.
Noors-Nederlandse reactor kritisch
In Kjeller, Noorwegen, wordt de JEEP-reactor (Joint Establishment Experimental Pile) met een vermogen van 250kW van het JENER voor het eerst kritisch. Buiten de landen met militaire nucleaire programma’s is dit waarschijnlijk de eerste kernreactor (Canada, dat al in september 1945 de experimenteel ZEEP-reactor opende, was betrokken bij het Manhattan project). Nederland ruilt 6 ton uraniumoxide (103 vaten worden naar Engeland gestuurd) voor metallisch uranium met Engeland, en betaalt 50.000 gulden per ton bij. Pas hiermee wordt de aanwezigheid van het uranium in bredere kring bekend. Het metallisch uranium wordt gebruikt als splijtstof en Noorwegen zorgt voor het zwaarwater. Het grafiet wordt van Frankrijk gekocht. Volgens de overlevering wordt door iedereen die op 30 juli aanwezig is, de Engelsman Dunworth (die als enige ooit een in werking zijnde reactor had gezien) scherp in de gaten gehouden, zodat wanneer hij begint te rennen, ook zij de vlucht kunnen nemen. Op 28 november is de officiële opening.