Industrie

betrokkenheid en rol van bedrijven

37 miljoen voor PINC-II

augustus 1994

Voor de verlenging (3 jaar t/m 1996) van PINC (PINC II) stelt de staat de helft van de begrote f 37,5 mln. beschikbaar. De andere helft betalen de uitvoerende partijen: ECN, GKN, KEMA, Nucon, IRI. En sinds kort ook de Hoogovens technical Services en de EPZ. Accent zal liggen op verdere ontwikkeling van de SWBR (waar ook PINC I bij betrokken was); een concept voor de HTR en ook computerprogrammatuur. Een kwart van het budget zal gaan naar onderwijs en opleiding. Sinds dit jaar zitten er ook vertegenwoordigers van VROM en SZ, naast EZ, in de stuurgroep.




Pechiney hoeft rekening niet te betalen

28 juni 1994

Pechiney, de aluminiumsmelter waarvoor de kerncentrale in Borssele feitelijk is gebouwd, wordt opnieuw ‘gematst’ in de kosten voor elektriciteit. Een arbitrage commissie geeft Pechiney gelijk in haar klacht tegen nutsbedrijf Delta (voor helft eigenaar kerncentrale) over het doorberekenen van de verwerkingskosten van radioactief afval. Het bedrijf vindt het onterecht keer op keer achteraf te worden geconfronteerd met prijsverhogingen. De uitspraak, na jarenlange onenigheid, betekend dat het Franse bedrijf de rekening van Delta van f 150 miljoen niet (helemaal) hoeft te betalen. Hoe groot de kostenbesparing is wordt niet bekend gemaakt. Pechiney betrekt tweederde van de stroom geproduceerd in de centrale en betaalt tussen de 4 en 6 ct per kilowattuur (precieze prijs is geheim). ‘Gewone’ grootverbruikers betalen ongeveer 10 ct en kleinverbruikers ongeveer 25ct voor de zelfde stroom. Het contract met Pechiney voor de levering loopt op 1 april 1996 af.




Productie Molybdeen voor Mallinckrodt

30 maart 1992

ECN tekent een langdurig contract met Mallinckrodt voor de productie van Molybdeen-99. De ECN gaat Mo-99 produceren door de bestraling van uranium en creëert labfaciliteiten om het molybdeen van het uranium te scheiden. Mallinckrodt verkoopt het vervalproduct van Mo-99 (dat een halfwaardetijd heeft van 6 uur), Technetium-99, voor medische doeleinden. De productie moet eind 1994 beginnen. Mallinckrodt verwacht f 25 miljoen te moeten investeren, maar begin 1994 is dat al 15 miljoen meer geworden.




Vierjaren programma instandhouding nucleaire competentie

29 januari 1990

In 1989 vragen 6 bedrijven samen aan het ministerie van EZ “een subsidie beschikbaar te stellen van minimaal f 25 miljoen voor de periode 1 januari 1990 tot 31 december 1993“ voor PINC, ‘Programma Instandhouding Nucleaire Competentie’. Het samenwerkingsverband wordt gevormd door: ECN, IRI, Delft, KEMA, GKN, en NUCON (“mede namens Comprimo en Neratoom“). De 25 miljoen wordt inderdaad toegezegd waarvan 5 miljoen al in 1990 besteed kan worden. Het onderzoek gaat voornamelijk over nieuwe reactortechnologie en dan specifiek de SWBR (Simplified Boiling Water Reactor).




Ook nieuwe eigenaar voor Borssele

1 januari 1990

Nadat Dodewaard in oktober al van eigenaar is verandert wordt nu ook productie sector van de PZEM (o.a. de kerncentrale Borssele) overgedragen aan de EPZ (Elektriciteits-Productiemaatschappij Zuid-Nederland, een fusie van de provinciale bedrijven van Noord-Brabant, Limburg en Zeeland). Volgens de nieuwe Elektriciteitswet uit 1989 moeten productiebedrijven zich bundelen en een minimum productie-capaciteit hebben van 2500MW. Het overdragen van de vergunning in het kader van de Kernenergiewet wordt in de nieuwe Elektriciteitswet in een speciale paragraaf geregeld.




Nieuwe eigenaar Dodewaard

Kerncentrale Dodewaard
26 oktober 1989

De SEP wordt de nieuwe eigenaar van de kerncentrale in Dodewaard. De aandeelhouders machtigen de SEP om de aandelen over te kopen voor de somma van f 128.500,-. De huidige eigenaars zijn elektriciteitsmaatschappijen verenigd in de GKN (Gemeenschappelijke Kernenergie Centrale), maar door de nieuwe Elektriciteitswet moet een elektriciteitsbedrijf een capaciteit van tenminste 2.500 MW hebben om zelfstandig te mogen draaien. En de enige GKN-centrale is maar 58MW. In juni zijn de partijen al akkoord gegaan, nu is de overdracht aan de nieuwe eigenaar een feit.




Diversificatie UCN; laserverrijking onder geheimhouding KeW

12 april 1989

UCN heeft vorig jaar al aangekondigd dat het haar activiteiten uitbreidt: het gaat zich ook richten op de lucht- en ruimtevaart. UCN-Aerospace wordt opgericht en in januari 1989 komt er een order van Fokker voor de onderdelen van de F-100. In maart 1990 krijgen UCN, Fokker en Stork f 77 miljoen van EZ om te kunnen meedoen aan en internationaal telecommunicatie programma.
Op de Universiteit Twente ontstaat in oktober (1988) beroering door de voorgenomen samenwerking met UCN in laseronderzoek. Men vreest militaire toepassingen van het onderzoek, maar in maart 1989 wordt door UT en UCN samen het NCLR (Nederlands Centrum voor Laser Research) opgericht. In april antwoord minister De Korte (EZ) op Kamervragen dat “hoewel de laserverrijking van uranium nog ver verwijderd is van commerciële toepasbaarheid“ hij het onderzoek “met het oog op mogelijke proliferatiegevaren“ onder de toepassing van het Geheimhoudingsbesluit Kernenergiewet (Stb. 1971, 420) gebracht heeft.




Bouwbureau kerncentrales opgeschort

mei 1986

Het Gemeenschappelijk Bouwbureau Kerncentrales (een samenwerkingsverband van 4 Zuid-Nederlandse elektriciteitsbedrijven) dat de bouw van nieuwe kerncentrales voorbereidt, stopt met haar werkzaamheden, nu het kabinet de plannen voor nieuwe kerncentrales na het ongeluk in Tsjernobyl heeft uitgesteld. Het bureau heeft tot nu toe 5 miljoen gulden uitgegeven en zou deze maand de eerste aanvragen voor offertes de deur uitdoen. De 35 werknemers gaan terug naar de elektriciteitsmaatschappijen waar ze vandaan komen. Volgens de hoofddirecteur van PNEM hoeven we niet in paniek te raken als de bouw van kerncentrales niet door gaat: “Als het doek voor kernenergie in Nederland valt, komen andere energieopties op tafel.“


Trefwoorden:


Advies: bouw kerncentrales door buitenlands bedrijf

6 december 1985

Het Zwitserse bureau Motor Columbus (MC) heeft in opdracht van EZ onderzocht wie de nieuwe kerncentrales moet bouwen. Dat zou een buitenlands bedrijf moeten worden en de voorkeur gaat uit naar KWU-Siemens, andere kandidaten: ASEA, Framatome en Westinghouse. Wel kan, afhankelijk van welk bedrijf het wordt, het aandeel van de Nederlandse industrie oplopen tot 75%; het kabinet gaat uit van 65%. De kosten van een centrale (tussen 900-1300MW) wordt door MC geraamd op f 3,1 miljard, met daarbij nog de bouwrente (f 375 miljoen) en de ontmantelingskosten (f 170 miljoen). Naar aanleiding hiervan ontstaat er een grote lobby van Canada (AECL opent zelfs een kantoor in Den Haag) om het Candu-type als mogelijkheid aan te bieden. Er wordt zelfs gefluisterd dat Canada in ruil dan onderzeeërs in Nederland wil bestellen.




Industrie: geen investeringen, wel opdrachten

20 mei 1985

Onder de naam Dutch Scientific en op initiatief van FOM en NIKHEF, hebben ongeveer 30 Nederlandse bedrijven zich aangesloten om een grotere industriële bijdrage te kunnen leveren aan het internationale kernfusie-onderzoek. In Hengelo (bij Stork) komt een coördinatiecentrum van het samenwerkingsverband. In het overzicht van het Wetenschapsbudget 1982 bleek dat de industrie geen cent investeerde in fusie-onderzoek. Nu hoopt men op opdrachten. Het consortium lukt het de eerste jaren voor ongeveer 20 miljoen per jaar opdrachten binnen te slepen, maar na 1993 komt de klad er in.




Inhoud syndiceren