Brede Maatschappelijke Discussie

Brede Maatschappelijke Discussie; door de milieubeweging afgedwongen door de overheid georganiseerde discussie (1982-‘84) over het energiebeleid met als belangrijkste inzet het gebruik van kernenergie

Het korte geheugen van bewindslieden

16 januari 1990

Nieuwe ministers, nieuwe plannen. De nieuwe minister van EZ is Andriessen, een warm voorstander van kernenergie, maar niet met erg veel historische besef. In een radio-interview zegt hij het volgende als hem gevraagd wordt of er dan weer “een soort Brede Maatschappelijke Discussie komt over kernenergie”: “De burger zal zich… ongetwijfeld zal die eh eh… Nou weet ik niet of er zo’n eh, dat was iets van de jaren ’70, was dat niet van eh…., wie was dat ook al weer die…. eh….“ Interviewer: “De Brauw.“ Andriessen: “De Brauw juist. De Brauw, ja die…. Ja, dat is iets van de jaren ’70. Een wat ongeorganiseerde eh, eh, eh, methode van discussieren. Ik probeer dat toch wel wat georganiseerd te doen en natuurlijk zullen we luisteren naar de opinie van mensen. Maar eerst de feiten.“




‘Binnen jaar afronding besluitvorming’ kerncentrales

14 mei 1984

Een ambtelijke notitie, vastgesteld op 14 mei, van het Ministerie van EZ lekt op 29 mei uit: 4.000MW nieuw kernenergie vermogen, met de ingebruikneming van de eerste kerncentrale in 1995 en nu nog een jaar om de besluitvorming af te ronden. Het heeft veel weg van een ontwerpregeringsstandpunt. De Brauw reageert diezelfde avond nog woedend en noemt de f 27 miljoen die de BMD heeft gekost “weggegooid geld.“ Van Aardenne schrijft dat het kabinet “op of rond de derde dinsdag in september“ een positief standpunt over de kerncentrales moet publiceren. Tijdens een interpellatie in de Kamer hierover op 27 juni geeft Van Aardenne toe dat er actief geprobeerd wordt elektriciteitsmaatschappijen een vergunning aan te laten vragen en dat hij overweegt een miljoen uit te trekken om een offerte aan te vragen. En zoals later zal blijken uit stukken die bij een inbraak bij EZ buitgemaakt worden, is dat niet het enige.




Het Eindrapport van de BMD verschijnt

Eindrapport Maatschappelijke Discussie Energiebeleid
23 januari 1984

In de discussiefase van de BMD zijn er ongeveer 2000 publieksbijeenkomsten georganiseerd, hebben honderden scholen lessen gewijd aan energie, is er een krant verspreidt met een oplage van 1.1 miljoen en zijn er tenslotte een aantal bijeenkomsten met deskundigen geweest.
De belangrijkste conclusie uit het Eindrapport (dat op de resultaten van de discussiefase gebaseerd is) is dat het niet voor de hand ligt nu een beslissing te nemen over uitbreiding van het aantal kerncentrales, maar dat Dodewaard en Borssele kunnen open blijven. Er is een ruime meerderheid tegen kernenergie: 57% vindt zelfs dat de twee bestaande kerncentrales ook gesloten moeten worden. Ongeveer 30% is weliswaar tegen kernenergie maar vindt sluiting van de twee kerncentrales niet noodzakelijk. 21% is voor uitbreiding van kernenergie. De Stuurgroep vindt daarom dat er 51% voor openblijven van Dodewaard en Borssele is. Verder vindt een ruime meerderheid dat er meer aandacht voor energiebesparing moet komen en is er een voorkeur voor decentrale opwekking. De milieubeweging is weliswaar redelijk tevreden, maar vreest wel dat het kabinet zich weinig gelegen zal laten liggen aan de uitkomsten.
Het Eindrapport vermeldt twijfels over criteria voor opslag van kernafval, maar stelt tevens dat het vertrouwen “in kringen van deskundigen“ groeit dat het probleem binnen tien tot twintig jaar is opgelost. Wie die deskundigen zijn, wordt niet vermeld.
De BMD heeft ruim f 27 miljoen gekost. Het wordt algemeen niet als een geslaagd inspraakexperiment gezien maar als een hele dure opiniepeiling. Maar dat heeft veel te maken met de onmiddellijke reacties van vooral minister Van Aardenne (EZ). In Intermediair wordt daarover (later) gezegd: “Doordat de overheid haar legitimiteit niet meer aan het draagvlak van haar besluiten ontleent maar aan de economische consequenties die haar verzekeren van steun van de sterke delen van de maatschappij, kan zij voorbij gaan aan de uitslag van de MDE. Het samenspel van vereconomisering van de argumentatie en inperking van de groep op wiens steun men een beleid baseert, geeft de overheid in toenemende mate een autoritair karakter.
De uitslag van de BMD wordt pas in het najaar in de Kamer officieel besproken, kort daarna in november, overlijd De Brauw, nog voor het officiële standpunt van het Kabinet over de BMD.




Centrales blijven open ongeacht uitkomst BMD

4 februari 1983

De conclusies van de Commissie Beek zijn “verschrikkelijk duidelijk“ en “hoewel er nog geen kabinetsstandpunt is”, verwacht premier Lubbers “geen politieke problemen”: de bestaande kerncentrales blijven gewoon open zei Lubbers al op 21 januari. Dat kabinetsstandpunt komt op 4 februari: wat er ook gebeurt en ongeacht de uitslag van de BMD, de kerncentrales blijven gewoon doordraaien.




Tussenrapport BMD

Tussenrapport Maatschappelijke Discussie Energiebeleid
24 januari 1983

In de periode september 1981 – oktober 1982 zijn cijfers en meningen over allerlei energiebronnen geïnventariseerd en getoetst. De stuurgroep krijgt in totaal 3952 reacties van individuen en organisaties opgestuurd in de vorm van rapporten, stellingen, pamfletten, handtekeningenlijsten, etc. Dit vindt zijn weerslag in het Tussenrapport waarin de uiteenlopende standpunten en verschillende energiescenario’s op een rijtje zijn gezet. Er zijn 4 scenario’s uitgewerkt die als basis dienen voor de discussiefase die plaats vindt tussen januari en juli 1983.
1- Het referentiescenario gaat uit van ongewijzigd beleid tot het jaar 2000; het energiegebruik ligt dan 14% boven huidig niveau
2- Het industrieel herstelscenario is gericht op groei van economie. Energiegebruik stijgt met 24%
3- Het arbeidsdelingsscenario benut de mogelijkheden van groei minder; het kiest bewust voor meer vrije tijd. Energiegebruik stijgt met 13%
4- Het CE-scenario: energiebesparing en zorg voor het milieu staan voorop. Energiegebruik daalt met 19%. Verschuiving van consumptie van goederen naar consumptie van diensten.
De milieubeweging vindt dat de twee extra scenario’s (2 en 3) het onnodig verwarrend maken: het was logischer geweest het regeringsbeleid (1) te nemen en daar een alternatief (4) voor. Ook vindt ze dat het essentiele feit dat de energiestrijd een strijd tussen belangengroepen is, buitenschot blijft.
De uitkomsten van de discussies en de uitslag van een enquête zullen in het Eindrapport (dat in november wordt verwacht) worden weergegeven. Iedereen die de moeite neemt om het Tussenrapport helemaal door te lezen komt in de laatste woorden op helemaal de laatste tekstbladzijde nog wel een waarschuwing tegen: “Er mag geen misverstand over bestaan: het Parlement heeft het laatste woord. Maar op initiatief van datzelfde Parlement is eerst het woord aan U.”




Gemor over kosten BMD

15 januari 1982

Minister Terlouw (EZ) beslist dat de Stuurgroep f 25 miljoen krijgt, 10 miljoen minder dan ze zeggen nodig te hebben. Er kan vooral bezuinigd worden op subsidies en uitvoeringskosten. De Brauw vindt het “uiterst teleurstellend. Het gaat hier om essentiële besluitvorming met grote consequenties voor de ontwikkeling op lange termijn.“ De hele Stuurgroep dreigt met opstappen. Maar zegt ze, we kunnen ook stoppen aan het eind van het jaar na de informatiefase en de discussiefase vervalt dan en daarvoor in de plaats komt dan een “ongeregisseerde, vrije discussie.“ De Kamer vindt ook dat f 25 miljoen voldoende is. In februari komt er toch nog weer f 1.8 miljoen bij. De Brauw zegt daarmee tevreden te zijn.




Commissie sluiting bestaande kerncentrales

7 oktober 1981

Voortkomend uit het regeerakkoord komt er een commissie die de financiële gevolgen van sluiting van de kerncentrales moet bestuderen en uiterlijk in april 1982 moet rapporteren. Beek (directeur Unilever) zal de groep gaan leiden. Dit tot ongenoegen van De Brauw, voorzitter van de Stuurgroep Brede Maatschappelijke Discussie, die vindt dat het verwarrend zal werken als er naast de stuurgroep nog een commissie wordt ingesteld. Maar De Brauw ergert zich ook een beetje aan het feit dat Beek “zeer kritisch“ staat tegenover kernenergie.




Stuurgroep MDE geïnstalleerd; maar voor wie?

29 juni 1981

Op 16 januari 1981 werd (eindelijk) Jhr. mr. Maurits L.de Brauw bekend gemaakt als voorzitter van de Stuurgroep van de maatschappelijke discussie met een jaarsalaris van 205.000 gulden. De Brauw komt uit het bedrijfsleven en was 10 jaar eerder minister van Wetenschapsbeleid. Nu is het zoeken naar de andere leden.
De 29 juni wordt eindelijk de Stuurgroep Maatschappelijke Discussie Energiebeleid geïnstalleerd door de Minister van Economische Zaken Van Aardenne. De voorzitter De Brauw hoopt dat de deelnemers zullen bedenken dat de stuurgroep “zich dienstbaar opstelt om de meningsvorming onder alle lagen van de bevolking tot haar recht te laten komen en deze te laten doorklinken in haar advies aan regering en parlement.“ Maar het lijkt steeds meer dat niemand er op zit te wachten en niemand het serieus neemt. Zo heeft vice-premier Wiegel (VVD) op 30 april al laten weten niet te willen wachten op de uitslag van de Brede Maatschappelijke Discussie. Hij wil bij de kabinetsformatie beslissen over de bouw van nieuwe kerncentrales. En in januari zei premier Van Agt bijvoorbeeld: “Ik ben zelf al van de noodzaak van kernenergie overtuigd. Maar in Nederland is eerst een BMD nodig om dit het volk in te prenten..“ Zou de discussie eerst 13 miljoen kosten, in november 1981 zegt de stuurgroep financieel aan de grond te zitten en zonder 22 miljoen extra niet verder te kunnen.




Proefboringen pas na de BMD

27 maart 1980

De Tweede Kamer neemt een (op 25 februari ingediende) motie van het CDA aan om proefboringen uit te stellen tot na de BMD. Ook vraagt de motie studies naar andere opbergmogelijkheden voort te zetten, inclusief bovengrondse opslag en de Kamer “tussentijds over de vorderingen te informeren.“ Hoewel de regering de motie sterk ontraad laat ze later weten zich schoorvoetend neer te leggen bij de motie. Naar aanleiding van de motie zal het kabinet de komende periode een (groot) aantal commissies instellen.




Bestaande kerncentrales niet onderdeel van Discussie

16 augustus 1979

De regering lijkt in te gaan op de kritiek naar aanleiding van het voorstel voor de BMD uit 1978; het stelt een breed opgezette discussie voor, die ook kan gaan over het sociaal-economisch beleid en waarin niet a-priori uit lijkt te worden gegaan van de onvermijdelijkheid van kernenergie. Het gaat de Maatschappelijke Discussie Energiebeleid heten. Maar het plan loopt al snel vertraging op omdat “tot op heden nog geen voorzitter van de stuurgroep is gevonden.“ Ook neemt, het publieke debat overziend, het vertrouwen in de bedoeling van de regering bepaald niet toe. In juli 1980 bevestigen de ministers Van Aardenne (EZ) en Ginjaar (V&M) nog weer eens wat iedereen al lang weet: de BMD gaat niet over de bestaande kerncentrales. Het gaat “immers om de toekomstige rol van kernenergie.“ Ze zijn het nog wel oneens in welk tempo die rol moet groeien. In oktober (1980) blijkt een Kamermeerderheid te vinden dat de bestaande kerncentrales wel in de discussie betrokken moeten worden.




Inhoud syndiceren