Vergunningen voor het gebruik van stralings- of onderzoeksapparatuur zijn gewoon op een nieuwe naam gezet met alleen een publicatie in de Staatscourant achteraf. Zo blijkt de onderzoeksreactor van het Inter Universitair Reactorinstituut opeens op naam van de Technische Universiteit Delft te staan. Volgens de Kernenergiewet moet de nieuwe eigenaar een (nieuwe) vergunning aanvragen, die openbaar is en waartegen bezwaar gemaakt kan worden. In totaal lijkt het al ruim 20 keer voorgekomen te zijn dat dat niet gebeurt, meest bij ziekenhuizen.
HOR/IRI Delft
Nederland en het VS-kernwapenprogramma
Minister Van Aardenne (EZ) moet toegeven dat de splijtstof van de Hoger Onderwijs Reactor (HOR) in Delft en die van de HFR in Petten in de VS terecht kan komen in het kernwapenprogramma. De splijtstof wordt namelijk naar een opwerkingsfabriek in de VS gestuurd. Maar civiele opwerking is er niet in de VS: dat is sinds een aantal jaren verboden. En de opwerkingsfabriek, Savannah River Plant, is dan ook een militair complex en onderdeel van het Amerikaanse kernwapenprogramma.
In januari publiceerde de ‘Stroomgroep Stop Kernenergie’ Den Haag een onderzoek waaruit bleek dat de brandstof van de HOR en die van de HFR in de VS terecht komt in het kernwapenprogramma. Dat wordt hiermee bevestigd.
IRI: vergunning voor verbouw
Nadat op 26 juni bekend is gemaakt dat de IRI op 4 maart 1980 een vergunningsaanvraag heeft gedaan voor het vernieuwen van het regelinstrumentarium en het bouwen van een regelkamer buiten de reactorhal van de HOR, vergeet de gemeente Delft vervolgens te publiceren dat er de mogelijkheid bestaat bezwaar aan te tekenen. De Haagse Stroomgroep gaat in beroep en vindt de f 6 miljoen die met de bouw gemoeid zijn niet in verhouding staan tot de uitgaven “die worden gedaan voor onderzoek naar duurzame en milieuveilige energievormen". De bezwaren worden afgewezen of niet-ontvankelijk verklaard en de vergunning wordt door de betrokken ministeries afgegeven per 31 december 1980. Er wordt nog wel in beroep gegaan bij de Raad van State, maar aangezien dat geen schorsende werking heeft, kan de IRI beginnen met de (ver-)bouw.
VS: Carter's NPA aangenomen; gevolgen voor HFR
In de VS zijn door president Carter een aantal beleidsbeslissingen genomen, die nu resulteren in de ondertekening van de Nuclear Non-Proliferation Act. Dit houdt onder meer in dat in de VS civiele opwerking verboden wordt en in het algemeen het gebruik van stoffen die gebruikt kunnen worden voor kernwapens moeten worden beperkt. Voor de HFR heeft dat tot gevolg dat a- de HEU-splijtstof niet langer naar Mol (België) gestuurd mag worden voor opwerking, maar naar Savannah River in de VS moet, en b- dat de HFR over moet stappen naar laagverrijkt uranium (ipv. 90% - 20 %), wat minder geschikt is voor kernwapens. Landen die HEU krijgen van de VS hebben twee jaar de tijd om te onderhandelen over andere brandstof, maar moeten wel binnen 30 dagen laten weten te willen onderhandelen. Nederland (& Euratom) doet dat niet en in mei komt het bericht dat de VS gestopt is met levering van brandstof (in de pers wordt ook de relatie gelegd met de Molukse gijzelingsacties en slechte beveiliging). Volgens de ECN is “de VS niet het enige land dat HEU kan leveren“ en hebben ze voorlopig nog voldoende splijtstof. Ook de IRI in Delft krijgt geen splijtstof meer. Maar de uitgewerkte brandstof van zowel de IRI als de HFR wordt vanaf nu wel naar een opwerkingsfabriek in de VS gestuurd. Maar civiele opwerking is toch verboden in de VS?
