FOM/IKO/NIKHEF

kernenergiebetrokkenheid van deze organisaties

Plan ontwikkeling kernenergie in Nederland

Minister Rutten
9 november 1950

De Raad van Bestuur van FOM dient een voorstel in bij de minister van O,K&W (F.J.Th.Rutten) met een drie faseplan voor de ontwikkeling van kernenergie in Nederland. De toon is gezet: “Er kan weinig twijfel over bestaan dat de toepassing van kernenergie uiteindelijk een grote industriële omwenteling teweeg zal brengen”.
De drie fases zijn:
1- bouw van een reactor in Noorwegen, en onderzoek naar de mogelijkheid van een kerncentrale in Nederland
2- bouw van een 5 MW reactor in Nederland
3- bouw van een industriële 100 MW reactor met een belangrijke taak voor de Nederlandse industrie.
Op 27 december neemt de ministerraad (in grote lijnen) het voorstel van FOM en Rutten (OK&W) over en stelt f 300.000 beschikbaar voor het jaar 1951.




Samenwerking met Noorwegen

28 januari 1950

H.A. Kramers is op bezoek in Noorwegen, dat al veel verder blijkt te zijn dan verwacht bij nucleair onderzoek: er is zelfs al een reactor in aanbouw in Kjeller. Groot probleem voor Noorwegen is dat ze geen uranium hebben, groot voordeel is dat ze beschikken over zwaarwater. Samenwerking ligt daarom ook voor de hand.
Bij Randers (de directeur van het Noorse IFA, het in 1948 opgerichte Noorse Instituut voor Atoomenergie) thuis worden de hoofdlijnen opgesteld voor een overeenkomst tussen FOM en IFA, die voorziet in de oprichting van een Joint Establishment for Nuclear Energy Research (JENER).


Trefwoorden:


Start productie medische isotopen

november 1949

In de cyclotron van het IKO in Amsterdam begint de Philips-Roxane groep al meteen met de productie van commerciële (medische) isotopen en vanaf 1952 zijn er ook reactor isotopen verkrijgbaar. Ook lang nadat (vanaf 1958) Philips-Duphar een andere grotere behuizing krijgt op het RCN-terrein, duurt de productie nog voort bij het IKO.




FOM: Europees centrum in Nederland

10 november 1949

Officiële opening van de cyclotron bij het IKO in Amsterdam. FOM organiseert ter ere daarvan een internationaal congres over samenwerking bij bouw van kernreactoren en andere grote nucleaire installaties. FOM stelt voor een gemeenschappelijk Europees onderzoekscentrum voor kernenergie in Nederland bouwen. Jammer genoeg blijkt Noorwegen afwezig te zijn en Kramers (voorzitter FOM) besluit op bezoek te gaan omdat men daar, zo heeft men vernomen, bezig is met de ontwikkeling van een eigen reactor.




Advies voor internationale samenwerking

2 april 1949

In de vergadering van de Raad van Bestuur van FOM brengt de Commissie Sizoo verslag uit en vindt dat Nederland, om niet achterop te raken, mee moet doen met kernfysica en de bouw van een ‘pile’. Citaat: “Hebben wij, die als deskundigen op natuurkundig gebied, weten welke mogelijkheden er voor de toekomstige Nederlandse levensstandaard op atoomkernphysisch gebied eventueel liggen, het recht deze gegevens te onthouden aan de niet deskundige regering en volk?” De middelen voor verder onderzoek zijn voldoende aanwezig: van de 5 miljoen gulden jaarlijks voor ZWO (Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek), waar FOM onder valt, gaat zeker 40% naar kernfysica.
Ondanks de aanbeveling van Sizoo besluit FOM dat de bouw van een kernreactor door Nederland voorlopig niet aan de orde is: de kosten zijn simpelweg te groot voor een klein land. Samenwerking met andere ‘kleine’ landen ligt meer op de weg en tijdens de besprekingen wordt meegedeeld dat Noorwegen de bouw van een eigen ‘pile’ overweegt.




'Inrichting van splijtingsoven'

najaar 1947

FOM stelt een commissie in (genoemd naar) en onder leiding van Sizoo, ‘inzake de inrichting van een splijtingsoven in Nederland’ met als belangrijkste vraag of met het in Nederlands bezit zijnde uraniumoxide een reactor gebouwd kan worden. Duidelijk is dat het uranium in de vorm waarin het nu is, onbruikbaar is. G.J.Sizoo werkt bij de VU aan een methode om het te ‘zuiveren’




IKO opgericht

29 juni 1946

Oprichtingsakte wordt getekend van het IKO (Instituut voor Kernfysisch Onderzoek) in Amsterdam door FOM, Gemeente Amsterdam en Philips. Hier moet de door Philips ontwikkelde cyclotron komen. Het duurt nog bijna een jaar voor de werkzaamheden kunnen aanvangen en de door Philips geleverde (en deels tijdens de oorlog ontwikkelde) cyclotron is pas in november 1949 operationeel.
In 1975 zal het IKO overgaan in het Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hoge Energiefysica (NIKHEF).


Trefwoorden:


FOM opgericht

Het FOM-logo
15 april 1946

Oprichting van de Stichting FOM (Fundamenteel Onderzoek der Materie) met als belangrijkste doelstelling: “het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de kernfysica met alle ten dienste staande middelen“. Hieronder valt o.a.(het) onderzoek naar eigenschappen van thorium en uranium en de bouw van een kernreactor. Een taak voor FOM is ook om het onderzoek in de verschillende laboratoria te coördineren. De regering is bereid voor het op peil houden van de wetenschap “niet onaanzienlijke middelen vrij“ te maken. H.A. Kramers wordt de eerste voorzitter. Er is al in maart f 50.000,- van de overheid ontvangen en daarvan zijn een aantal mensen in dienst getreden. De jonge onderzoeker J. Kistemaker wordt op pad gestuurd naar Kopenhagen om kennis op te doen voor de bouw van een isotopenseparator.


Trefwoorden:


Advies voor kernfysisch onderzoek

3 november 1945

Op initiatief van de Leidse fysicus H.A. Kramers komt de ‘Commissie voor Atoomphysica’ (ook wel genoemd naar voorzitter Kramers) in Groningen voor het eerst bijeen. Op die eerste vergadering zijn nog maar vijf wetenschappers, die allemaal de beschikking hebben over het Smyth-rapport: Van Arkel, Koster, Gorter, Kramers en Sizoo. Belangrijkste discussie is of met het in Nederlandse bezit zijnde uraniumoxide een ‘atoomzuil’ (letterlijke vertaling van ‘pile’ uit het rapport Smyth), gebouwd zou kunnen worden. Vooral wordt besloten de regering te adviseren een nieuwe organisatie op te zetten voor de promotie van kernfysisch onderzoek. In de eerste vergadering wordt ook gemeld dat Philips ver is gevorderd met de bouw van een cyclotron.
Andere voornemens van de commissie: het door de Duitsers leeggeroofde laboratorium aan de Vrije Universiteit weer in Amsterdam op te bouwen, de deeltjesversneller in Utrecht af te maken en met de bouw van een versneller in Groningen te beginnen. Maar vooral ook om aan de VU een onderzoek te beginnen om het uraniumoxide te zuiveren.




Industrie hoopt weer op orders kernfusie

Logo van ITER-NL, het consortium van TNO, FOM en NRG
19 september 2006

Een Nederlands samenwerkingsverband onder de naam ‘Een frontlinie Nederlandse deelname in ITER’ (ook vaak aangeduid als ITER-NL) krijgt 15 miljoen euro uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES). Met dit project wil een consortium van Nederlandse industrie en kennisinstellingen zich “sterk maken voor een krachtige Nederlandse inbreng“ in het internationale kernfusieproject dat in Zuid-Frankrijk wordt gebouwd. Initiatiefnemers voor dit project zijn TNO en de instituten waar fundamenteel fusie-onderzoek wordt uitgevoerd: FOM en NRG. Het is niet de eerste keer dat de industrie samenwerking aankondigt om een deel van de kernfusie-taart te krijgen, 21 jaar geleden heette het Dutch Scientific.
Op 28 juni 2005 is na jarenlang touwtrekken beslist dat de ITER gebouwd wordt in Cadarache, Zuid-Frankrijk. De (nu al geschatte) 11 miljard euro kostende experimentele fusie-reactor moet in 2015 in bedrijf komen. De opvolger, de demonstratiefusiereactor (DEMO) zal dan te zijner tijd (als het ooit zover komt) in Japan gebouwd gaan worden. Daarna zal er dan evt. een commerciële fusiereactor gebouwd moeten gaan worden.




Inhoud syndiceren