KCB: vergunning compactopslag

18 april 1980

De PZEM krijgt van de minister van EZ, V&M en SZ vergunning voor de zgn. compactopslag. Door het dichter bij elkaar plaatsen van de rekken in het koelbassin kan men veel meer splijtstof kwijt. Hetgeen niet onomstreden is. Met de nieuwe vergunning mag de kerncentrale “ten hoogste 200 ton uranium met een verrijkingsgraad van 3,3% U-235“ voor handen hebben. Dat is tot nu toe 71 ton. Op 7 mei gaat ook de gemeenteraad van Borsele akkoord,. Hoewel men tot nu toe zeer kritisch leek, blijkt alleen PvdA/PPR-fractie in de raad bij de stemming tegen. De gemeente Vlissingen, stapt naar de Kroon en gaat in beroep tegen de vergunning net als een aantal milieuorganisaties. Eind juli wijst de Raad van State alvast het schorsingsverzoek van de vergunning af. Ook wordt de vergunning gegeven voor de bouw van een opslaggebouw voor vast (laag-)radioactief afval op het terrein van de centrale.