Definitieve beschikking brandstofdiversificatie Borssele
Na diverse eerdere keren overwogen is de EPZ op 8 juli 2010 toch gestart met de vergunningsaanvraag voor het gebruik van MOX-brandstof in de kerncentrale.
Op 9 maart 2011 legt de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) de ontwerpbeschikking ‘Brandstofdiversificatie Kerncentrale Borssele’ op grond van de Kernenergiewet (Kew) ter inzage gelegd en op 24 juni komt de definitieve vergunning.
Door die vergunning is het EPZ toegestaan om in de kerncentrale Borssele MOX en ook (c)-ERU te gebruiken. MOX is een mengsel van uranium en plutonium en (c)-ERU is gecompenseerd verrijkt opgewerkt uranium. Om gebruik van (c)-ERU te maken moet de maximale verrijkingsgraad verhoogd worden. Door de storende werking van U-236 die in het opgewerkt uranium aanwezig is en dat werkt als een neutronenvanger, moet er meer splijtbaar uranium aanwezig zijn om de zelfde energie op te wekken. De maximaal toegestane verrijkingsgraad (het percentage splijtbaar U-235) wordt verhoogd naar 4,6%. Doordat plutonium een aantal kernfysische eigenschappen heeft die anders zijn dan uranium-235, worden de veiligheidsmarges door de inzet van MOX kleiner. Door de inzet van MOX en (c)-ERU neemt de stralingsbelasting van werknemers toe, nemen de tritiumlozingen toe, nemen de proliferatiegevaren toe, etc. en zo verder. Maar de minister heeft er geen probleem mee.
Op 13 februari 2013 veegt de Raad van State het beroep van Greenpeace van tafel: “mox-splijtstof levert slechts een onbeduidende verhoging van de veiligheids- en gezondheidsrisico´s op”.
Opnieuw onderzoek naar eindberging radioactief afval
Op 8 juli start het Onderzoeks Programma Eindberging Radioactief Afval (OPERA) met de aanbesteding van onderzoek. Er is bijna twee jaar gewerkt aan de voorbereiding van het vijfjarig programma dat "zal onderzoeken hoe veilige, lange termijn opberging van radioactief afval in Nederland mogelijk is." Tot nu toe is onderzoek naar “diepe geologische eindberging” vooral gericht geweest op zout, waardoor over klei ('Boomse Klei') in Nederland veel minder kennis beschikbaar is. In OPERA zal daarom veel aandacht gegeven worden aan de “onderbouwing van belangrijke veiligheidsrelevante processen”. Nederland gaat in OPERA samenwerken met het Belgische onderzoeksprogramma. België heeft meer dan 30 jaar ervaring met onderzoek aan Boomse Klei.
Al vanaf de vroege jaren '70 van de vorige eeuw wordt geologische eindberging onderzocht, steeds gedeeltelijk of helemaal gefinancierd door de staat. OPERA wordt gefinancierd door de sector (aandeelhouders Delta en Energy Resources Holding BV van EPZ) en het Rijk. De coördinatie van het onderzoek wordt uitgevoerd door de Covra waarvan de Staat 100% aandeelhouder is.
RWE aandeelhouder kerncentrale Borssele
Nadat de Hoge Raad in januari nog weer uitgesproken had dat de kerncentrale in Borssele in private handen moet blijven en de 50% aandelen van ERH (Essent) niet aan RWE verkocht kunnen worden, is er enkele weken later opeens een overeenkomst tussen Delta en RWE. Per 30 september heeft RWE een minderheidsbelang van 30% en Delta vergroot haar aandeel naar 70%. Op dezelfde dag wordt hierover de Kamer pas geïnformeerd. De laatste zin in die brief is overigens ook interessant: "Ik heb er vertrouwen in dat partijen de komende maanden tot goede afspraken komen om ook samen te werken in het initiatief om te komen tot een nieuwe kerncentrale in Borssele."
Urenco mag uitbreiden tot 6200 tSW/jaar
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie heeft de definitieve beschikking verleend aan Urenco Nederland BV voor uitbreiding van de uraniumverrijkingscapaciteit naar 6.200 tSW/jaar. De naar aanleiding van de ontwerpbeschikking ingebrachte zienswijzen "hebben niet geleid tot een inhoudelijke aanpassing van de definitieve beschikking ten opzichte van de ontwerpbeschikking."
De beschikking heeft in het bijzonder betrekking op de volgende wijzigingen:
1. Vergroting van de verrijkingscapaciteit van 4.950 tSW/jaar naar 6.200 tSW/jaar.
2. Evenredige vergroting van de maximaal aanwezige hoeveelheid UF6 (feed, product en tails).
3. Uitbreiding van de verrijkingsfabriek SP5 met de hallen 8 en 9.
In juni had Verhagen al laten weten dat er ruim 2000 zienswijzen zijn ingediend tegen de voorlopige ontwerpbeschikking, al zegt Verhagen dat op een nogal omslachtige manier: "In totaal zijn 29 zienswijzen op het MER ontvangen. Van deze zienswijzen zijn er 7 uniek. De overige gelijkluidende zienswijzen zijn ondertekend door 2035 personen. De gelijkluidende zienswijzen laten zich overwegend negatief uit over de voorgenomen uitbreiding bij Urenco. Uit bestudering van deze zienswijzen is af te leiden dat dit vooral gedreven wordt doordat deze indieners tegen het gebruik van kernenergie in het algemeen zijn."
MER-procedure voor inpassing Borssele II begint
De startnotitie 'PlanMER tweede kerncentrale Borssele' begint er letterlijk mee: om "zicht te houden op het verlenen van een vergunning voor een veilige, nieuwe kerncentrale nog tijdens deze kabinetsperiode," zijn de procedures gestart die nodig zijn voor het planologisch mogelijk maken van een nieuwe kerncentrale in het Sloegebied. Voordat feitelijk kan worden gestart met de oprichting en bouw moeten een aantal procedures worden doorlopen. Hierbij is "de rijkscoordinatie regeling van toepassing waardoor besluitvorming sneller en efficiënter kan plaatsvinden". Dit betreft onder meer een aanpassing van het bestemmingsplan in de vorm van een inpassingsplan. Dit betekent in concreto dat het niet gaat of er een kerncentrale kan komen, maar hoe die 'ingepast' moet worden.
Begin van het einde van Borssele 2
Op 31 oktober geeft Delta-directeur Boerma een interview met het Financieel Dagblad waarin voor het eerst twijfels over een nieuwe kerncentrale: het is economische eigenlijk niet haalbaar zonder financieel steun, onder meer in de vorm van een hoge minimum Co2-prijs. De verwarring neemt toe als de regering meteen reageert en zegt dat dat er niet van gaat komen.
Het is het begin van het einde voor Borssele-2 en Boerma. Een dag na de publicatie van het interview blijkt dat de aandeelhouders zijn geschrokken en ook twijfels hebben over de 'business-case'. Ze zullen niet zomaar over gaan tot het ter beschikking stellen van 100 miljoen -later 60 miljoen voor Fase 1- voor de vergunningsaanvraag (die uiteindelijk ruim 200 miljoen euro zal gaan kosten). Iedereen gaat ervan uit dat het Franse staatsbedrijf EDF, waar immers al een samenwerkingsverdrag mee getekend is, de andere helft zal betalen. In eerste instantie krijgt Delta tot april 2013 -15 maanden- de tijd voor keiharde afspraken met partners. Maar de aandeelhouders gaan zich steeds meer roeren: Vlissingen, Terneuzen en Veere zeggen tegen de investering te zullen stemmen op de aandeelhoudersvergadering op 22 december. Als ook de provincie – de grootste aandeelhouder- het niet meer zeker weet, neemt Delta het zekere voor het onzekere en haalt op 9 december het voorstel tot financiering van de vergunningsaanvraag van de agenda.
Feitelijk is dit het einde, maar dat wordt pas op 22 december bevestigd doordat directeur Boerma ontslagen wordt en de plannen een half jaar worden uitgesteld om de bussiness-case te onderzoeken. EDF blijkt dan ook al afgezien te hebben van participatie.
Bij de aandeelhoudersvergadering wordt door ruim 150 mensen gedemonstreerd tegen de plannen voor een nieuwe kerncentrale. Ook worden er 100.000 kerstkaarten tegen de plannen aangeboden aan Delta.
Ongewone gebeurtenissen in Nederlandse nucleaire inrichtingen in 2011
In 2011 hebben zich in de Nederlandse nucleaire inrichtingen 15 'meldingsplichtige' storingen voorgedaan: waarvan 8 in de kerncentrale in Borssele. Bij de overige nucleaire installaties in Nederland waren zeven ongewone gebeurtenissen: 1 in de HFR, 3 in overige NRG-installaties, 2 bij Urenco en 1 met een transport.
Het aantal wijkt niet sterk af in vergelijking met voorgaande jaren. Drie van de vijftien gebeurtenissen (alle bij de kerncentrale) waren van categorie 1 van de Internationale schaal van nucleaire gebeurtenissen (INES).
Bij de opzet van de INES schaal in 1989 was de gedachte dat deze schaal zo zou zijn opgebouwd dat zich bij een “normale” nucleaire installatie per jaar ongeveer tien INES-niveau 0 en één INES-niveau 1 gebeurtenissen kunnen voordoen. In dat opzicht vallen de drie INES-niveau 1 meldingen die in 2011 bij KCB zijn opgetreden op. "Het optreden van drie INES-niveau 1 meldingen in één kalenderjaar heeft de aandacht van de KFD, maar er is nog geen aanleiding om van een trend in de verkeerde richting te spreken." schrijft de KFD.
Wat nieuw is in dit overzicht is dat er een aantal keren vermeld wordt dat een gebeurtenis weliswaar niet meldingsplichtig is, maar "gezien de aard van het voorval wel van belang wordt geacht voor deze rapportage." Maar het is toch een rapportage van "ongewone gebeurtenissen", en niet van "ongewone meldingsplichtige gebeurtenissen". In elk geval moet geconstateerd worden dat de meldingsplicht onvoldoende of achterhaald is.
Dit alles blijkt uit het jaarlijkse overzicht van de Kernfysische Dienst over de ongewone gebeurtenissen in de nucleaire installaties in 2011. Het wordt pas op 27 februari 2013 (!) door het Kabinet aan de Kamer gestuurd.
40 miljoen voor Pallas, 38 voor reactor TU Delft
Het kabinet Rutte besluit 40 miljoen euro uit te trekken voor het ontwerp, de aanbesteding en de vergunningprocedure van de nieuwe Pallas reactor in Petten. De bouw en exploitatie moeten door marktpartijen worden gedaan. Het is de bedoeling dat de nieuwe reactor in 2022 in werking is. Die moet dan de huidige hoge flux reactor vervangen, die sinds 1961 wordt gebruikt voor onderzoek naar kernenergie en de productie van medische isotopen. Die medische isotopen worden vooral gebruikt voor diagnostiek.
Het is maar de vraag of die 40 miljoen voldoende is om het project vlot te trekken. De financiering is nog lang niet rond (dat gaf in augustus 2011 minister Verhagen ook al aan). In 2010 werd de aanbesteding stilgelegd wegens te weinig geld, maar met de verwachting dat later in hetzelfde jaar een bouwer bekend zou zijn. Tot dan toe was altijd uitgegaan van een startdatum van de reactor in 2016. Totale kosten worden geschat op een half miljard, maar de nieuwe geplande datum voor ingebruikname van de reactor (2020) is, blijkt uit de Kamerbrief, ook al weer achterhaald.
Het kabinet heeft gelijktijdig besloten om in het kader van de instandhouding van nucleaire kennis, de reactor van de Technische Universiteit in Delft met 38 miljoen euro te steunen.
Einde derde poging nieuwe kerncentrale(s) Borssele
Voor de derde keer sinds de vroege jaren '70 van de vorige eeuw komt er een einde aan de plannen om in Borssele een tweede kerncentrale te bouwen. Toch nog een beetje onverwacht –Delta had immers in december van zijn aandeelhouders een half jaar gekregen voor het verder ontwikkelen van de plannen- maakt het bedrijf bekend dat ze "de eerstkomende jaren geen mogelijkheden" ziet "een tweede kerncentrale in Zeeland te realiseren."
Als reden geeft Delta op een combinatie van de financiële crisis, de hoge investeringen die nodig zijn voor een kerncentrale, het huidige investeringsklimaat en de huidige overcapaciteit op de elektriciteitsmarkt met lage energieprijzen. "Daarom zijn zowel Delta als zijn partners tot de conclusie gekomen dat er momenteel onvoldoende zekerheden zijn om tot de voorbereiding en bouw van een nieuwe kerncentrale over te kunnen gaan."
Delta spreekt zelf van een periode van 2 tot 3 jaar, waarna "als de omgevingsfactoren verbeteren" het project opnieuw opgepakt kan worden.
Maar de mededeling eindigt alsof dit toch echt wel het definitieve einde van de plannen is, maar ze het zelf nog niet willen weten: "Een kerncentrale zou op z'n vroegst pas in 2020 operationeel zijn. Nu de bouw van de tweede kerncentrale uitgesteld is, heeft Delta tijd om de effecten op de strategie goed te evalueren. Er zijn diverse opties die een kortere implementatie tijd hebben dan kernenergie. Voor Delta blijft uitgangspunt CO2-neutrale opwekking in 2050."
Enkele dagen later laat ook RWE weten niet verder te gaan met de voorbereidingen voor een tweede kerncentrale in Borssele. De nieuwe bestuursvoorzitter, de Nederlander Peter Terium had in een interview, gepubliceerd twee dagen voor de mededeling van Delta, aangegeven dat het bedrijf niet verder gaat: "Geen politieke garanties, geen goede businesscase. Zolang de politieke en economische kaders niet zijn opgelost, zullen we geen energie steken in een tweede Borssele". Hiermee leek het lot al bezegeld, omdat, zo werd algemeen aangenomen, RWE Delta's partner zou worden voor de realisering van de plannen.
Minister Verhagen reageert een beetje teleurgesteld als hij ruim een week later in een brief naar de Kamer stelt dat de vergunningsprocedures worden stopgezet; "voor het kabinet is en blijft uitgangspunt dat kernenergie een rol kan spelen in de energiemix".
Bij die 'omgevingsfactoren' die Delta ertoe beweegt te stoppen met de plannen, hoort zeker ook de publieke opinie die in het jaar daarvoor veel negatiever is geworden over een tweede kerncentrale. Een groep die een belangrijke rol heeft gespeeld in het doorbreken van de idee dat 'de Zeeuwen' voor een nieuwe kerncentrale zijn, is het Zeeuws Comité Borssele2Nee, een samenwerkingsverband van voornamelijk Zeeuwse organisaties, politieke partijen en individuen. Het Comité heft zich in maart op, maar zegt als er reden toe is, zeker weer actief te worden.
Nieuw opwerkingscontract kerncentrale Borssele
Op 20 april wordt er een bilateraal gedrag getekend tussen Frankrijk en Nederland over het terugzenden van radioactief afval. Een dergelijk verdrag is noodzakelijk omdat er op 20 december 2011 een nieuw verdrag getekend is door EPZ en Areva over de opwerking van alle resterende brandstof uit de kerncentrale in Borssele in de Franse opwerkingsfabriek La Hague.
Op 5 juni wordt het bilaterale verdrag gepubliceerd; opwerkingsverdragen worden niet gepubliceerd, die blijven geheim. Uit het verdrag blijkt dat voor eind 2049 de laatste brandstof naar Frankrijk vervoerd moet zijn en dat uiterlijk eind 2052 al het afval naar Nederland moet zijn teruggezonden. Alhoewel die laatste datum niet erg duidelijk is, want er staat ook in het verdrag: "Voorzien is dat de verwerking van de gebruikte splijtstoffen plaatsvindt binnen een tijdsbestek van zes jaar, te rekenen vanaf het jaar van aankomst ervan bij de fabriek te La Hague." en dan nog "Voorzien is dat de terugzending van dit radioactief afval uiterlijk plaatsvindt na het verstrijken van een termijn van acht jaar na de verwerking van de desbetreffende gebruikte splijtstoffen". En dat lijkt 14 jaar. Dat zou betekenen dat als EPZ in 2049 afval naar La Hague vervoert, Areva 14 jaar de tijd heeft -dus tot 2063- voor dat afval teruggezonden hoeft te worden.
Een nieuw opwerkingscontract is noodzakelijk voor de brandstof die ontstaat omdat de kerncentrale Borssele langer open mag blijven. Nogal voorbarig omdat daar nog geen vergunning voor is. EPZ kiest uitdrukkelijk voor opwerking en niet voor directe opslag van de splijtstof.