- Sluiting:
- (discussie over) sluiting(-sdatum) van een specifieke installatie of opheffing van een organisatie
JEEP gesloten, plutonium naar Petten
De gezamenlijke Noors-Nederlandse JEEP(-1) reactor in Kjeller wordt stilgelegd. Er is ook een JEEP-2 maar dat is geen gezamenlijke Noors-Nederlandse reactor meer. De laatste splijtstofstaven met het ‘Nederlands’ uranium worden in de loop van het jaar uit de reactor verwijderd en zullen worden opgewerkt. Het in JEEP ontstane plutonium zal gelijkelijk verdeeld worden tussen RCN en de Noorse partner. In de eerste helft van het jaar is al “een eerste hoeveelheid“ plutonium in Petten aangekomen. In totaal zou het gaan om “enige honderden grammen“ plutonium.
Advies: sluit LFR en ATHENE
De Wetenschappelijke Raad voor de Kernenergie adviseert de minister (O&W) de Lage Flux Reactor (RCN) en de ATHENE-reactor op de Technische Hogeschool Eindhoven te sluiten. Volgens de WRK dragen de reactoren te weinig bij aan het wetenschappelijk onderzoek om hun bestaan te rechtvaardigen. ATHENE is pas anderhalf jaar in bedrijf. Minister Nelissen (EZ) laat in maart 1971 weten absoluut geen reden te zien om de LFR stop te zetten.
Nederland verlaat Eurochemic
De Regering laat weten "eenzijdig afstand te doen van haar rechten als aandeelhoudster van Eurochemic" (die ze in 1957 is aangegaan). De opwerkingsfabriek is in 1974 stilgelegd. Op 5 juli wordt dat aanvaard door de vergadering van aandeelhouders en verlaat Nederland het zinkende Eurochemic schip dat in juli 1982 de fase van liquidatie ingaat. Hoeveel het Eurochemic-avontuur Nederland in totaal heeft gekost is onbekend, maar in 1969 was dat al f 12 miljoen. Dodewaard heeft er 8 ton brandstof laten opwerken, goed voor 50 kilo plutonium en ook brandstof uit test-reactoren is er opgewerkt. Doordat Nederland nu (al) Eurochemic verlaat, is er geen verplichting mee te betalen aan de ontmanteling en ook het radioactief afval blijft in België achter.
Interfuel stopt na mislukt avontuur
De aandeelhouders van Interfuel BV besluiten met het bedrijf te stoppen. Interfuel is een bedrijf voor de ontwikkeling, productie en verkoop van splijtstofelementen en is in 1972 opgericht door RCN, GKN, Comprimo, Shell, RSV en Enraf. Het is de tweede mislukking in Nederland van splijtstoffabricage; al in 1969 gaf Philips er de brui aan toen de productie voor de tweede levering van splijtstofelementen voor Dodewaard niet naar hen ging, maar naar een Engels bedrijf. RCN nam het toen over.
Einde van de KSTR
De bedrijfsvergunning voor de KSTR loopt af, alle experimenten zijn al een paar dagen eerder stopgezet. Er is wel een ontwerp voor een grotere suspensie-reactor, maar “gegeven het feit dat de researchinspanningen op het gebied van de kernenergie in de wereld worden verminderd (…) thans uitgesloten internationale medewerking voor de realisering van zulk een project te verkrijgen“. En nationaal (lees: voor einzelgänger KEMA) zijn de kosten niet op te brengen. Dit is het einde van het onderzoek naar de thermische reactor met thorium als kweekstof. In 1980 wordt berekend dat de (ontwikkeling van de) KSTR ruim 300 miljoen gulden heeft gekost, maar daar komen kosten van ontmanteling en opslag radioactief afval nog bij.
Wageningen: reactor stilgelegd
In Wageningen promoveert ir. L. Dellaert op onderzoek naar de effecten van straling op erfelijk materiaal van de zandraket (een der kruisbloemigen). Uit het onderzoek blijkt dat door röntgenstraling dezelfde genetische effecten worden veroorzaakt als met neutronen uit de ITAL-reactor. Het bestuur van het ITAL heeft eind 1979 vooral naar aanleiding van het onderzoek, al besloten om de, al langer ter discussie staande, BARN stil te leggen. Dat is in januari dan ook gebeurt.
Dodewaard mogelijk dit jaar al dicht?
Er wordt openlijk rekening gehouden met een sluiting van Dodewaard. Het parlement is niet van plan de opwerkingscontracten goed te keuren als ze ze niet in mogen zien. In dat geval zal het afval dat bij de opwerkingsfabrieken in Frankrijk en Engeland al opgeslagen ligt terug gestuurd worden. Vooral voor Dodewaard zal dat grote consequenties hebben: er is nog niets opgewerkt in Sellafield en er is te weinig ruimte in het koelbassin om in dat geval alles op te slaan. Met als gevolg dat de reactor “mogelijk dit jaar al“ zal moeten sluiten.
Kosten voortijdige sluiting Dodewaard
De GKN zegt in een geheime notitie voor de aandeelhouders dat voortijdige sluiting van Dodewaard f 515 miljoen kost. Dat bedrag is zeer omstreden: er zitten ook ontmantelingskosten in, en geld voor de inkoop van vervangend vermogen, terwijl er een overcapaciteit is van 3.000 MW (60x Dodewaard) en de kosten van opwerking, die bespaard worden bij snelle sluiting, zijn veel te rooskleurig: f 150,- per kilo terwijl de kosten voor opwerking in Sellafield ongeveer f 2000,- per kilo zullen gaan kosten. De reden voor de notitie is dat aandeelhouders in de SEP morren, in veel Provinciale Staten (Groningen, Friesland, Noord-Holland) en gemeentes (Amsterdam, Utrecht), gaan al maandenlang stemmen op om als aandeelhouder in de Raad van Commissarissen te pleiten voor de sluiting van de centrale in Dodewaard, of dat de aandelen verkocht moeten worden. Als op 16 februari PS van Noord-Holland tegen sluiting stemt, is een meerderheid binnen de SEP voor sluiting onmogelijk geworden.
PGEM voor sluiting Dodewaard per juli 1983
De meerderheid van de Provinciale Gelderse Electriciteits Maatschappij (PGEM) vindt dat de kerncentrale in Dodewaard per 1 juli 1983 kan sluiten. Op die dag is de centrale helemaal afgeschreven en mede gezien het experimentele karakter van de centrale kan die gesloten worden. De PGEM is een van de 11 aandeelhouders. De GKN heeft (voor de aandeelhouders) een nieuwe berekening gemaakt wat sluiting zou kosten: f 660 miljoen. De Nijmeegse groep ‘Stop kernenergie nou met giroblauw’, heeft berekend dat sluiting 650 tot 883 miljoen gulden oplevert.
GKN tegen sluiting Dodewaard
De Raad van Commissarissen van de GKN besluiten in meerderheid tegen de sluiting van Dodewaard. Van de in totaal 12 leden (11 aandeelhouders plus voorzitter Geertsema) blijkt alleen Amsterdam voor sluiting Men steunt het standpunt van de directie dat eenzijdige opzegging van de samenwerking niet mogelijk is en dat alleen regering en parlement over sluiting kunnen beslissen. De vergadering is de laatste achter gesloten deuren, bij de volgende vergadering zal de pers aanwezig mogen zijn; maar publiek ook dan nog niet.