Rotterdam voorbereidt op komst kerncentrale Maasvlakte
Werknemers van het Gemeentelijk Energie Bedrijf in Rotterdam ontvangen allemaal de brochure ‘Kernenergie en elektriciteit’ om ze “in een zo vroeg mogelijk stadium enigermate bekend te maken met hetgeen aan deze nieuwe energiebron is verbonden.“ Iedereen gaat ervan uit dat er op de Maasvlakte een kerncentrale gebouwd gaat worden; enige weken eerder is aan de Gasunie een vergunning geweigerd voor de bouw van een opslagplaats voor vloeibaar aardgas, omdat dat met een kerncentrale niet verenigbaar is. In 1972 staat zelfs geregeld in de krant dat er al een kerncentrale in aanbouw is.
Hoorzitting KSTR
Na enkele malen uitgesteld te zijn vindt de langverwachte hoorzitting over de vergunning van de KSTR plaats. De minister vindt het niet nodig een belangrijk Engelstalige rapport van een internationaal panel over de veiligheid van de KSTR (dat notabene enkele maanden eerder nog volgens de regering “een belangrijke rol zal spelen bij de uiteindelijke beslissing voor het afgeven van de vergunning“ in het Nederlands te vertalen. Hij is van mening dat het rapport sowieso alleen leesbaar is voor mensen die ook in staat zijn om de Engelse tekst te vertalen. De hoorzitting staat vooral in het teken van een week eerder uitgegeven verklaring van Milieudefensie dat de KSTR illegaal gebouwd is: de hinderwetvergunning uit 1957 is immers in 1965 geannuleerd. Milieudefensie dringt er bij de Tweede Kamer op aan de verantwoordelijke ministers beter te controleren.
Ongeluk RCN
Bij het demonteren van een in de HFR bestraalde capsule in een hot cel (bij het ontkoppen wordt op de verkeerde plaats gezaagd)komt radioactiviteit vrij. De ruimte in het reactorgebouw “zal enige maanden” niet gebruikt kunnen worden, maar, zo deelt RCN mee ”daar de vrijgekomen radioactiviteit zich geheel bevindt binnen de hermetisch gesloten cel is geen besmetting van personeel of gebouw opgetreden.”
“Problemen kernfusie eind jaren ‘70 opgelost”
Volgens C.M Braams, directeur van het Instituut voor Plasmafysica, zijn weliswaar nog niet alle problemen van kernfusie in het laboratorium opgelost, maar zal dat tegen “het eind van de jaren zeventig“ wel het geval zijn. Maar ook hij denkt dat het dan nog “geruime tijd“ zal duren voor kernfusie elektriciteit zal leveren (enkele maanden later wordt gehoopt voor het einde van de eeuw kernfusiereactoren in gebruik te hebben). Hij zegt dit als het FOM-instituut in Jutphaas start met een serie nieuwe, door Euratom en Min. van Wetenschappen betaalde, experimenten. Het exploitatiebudget over 1972 is f 7,4 miljoen.
Raadsvragen over zoutkoepelopslag
Nadat in de weken daarvoor de CPN-fractie in de gemeente Winschoten (die zelfs een motie aannemen) en de Provinciale Staten van Groningen al vragen had gesteld, wil nu de Tweede Kamer fractie van de Communistische Partij dat de regering de opslag van atoomafval in de “aanwezige zoutholtes in het noorden en zuiden van het land“ verbiedt, en eisen dat gemeentelijke en provinciale overheden absolute zeggenschap in deze moeten krijgen. Het Dagblad van de CPN, De Waarheid, heeft er de afgelopen periode regelmatig over gepubliceerd. De CPN stelt zeker niet “tegen de toepassing van de moderne energie als zodanig“ te zijn.
Drie procent Kalkar-heffing
Nadat op 4 april de Kamer met 66 stemmen voor en 54 tegen, akkoord was gegaan (PvdA, PPR, PSP, CPN, D’66 en Boerenpartij stemden tegen) wordt vanaf 1 juli (hoewel ook wel 1 mei of zelfs 1 april als begindatum wordt genoemd) de 3% heffing op ieders elektriciteitsrekening van kracht. Dat bedrag moet geïnd worden om de Nederlandse deelname aan de bouw (die begonnen is op 24 april) van de snelle kweekreactor in het Duitse Kalkar te betalen. Lang en uitvoerig is er gepraat over hoe het geld bij elkaar gekregen moet worden; een energieheffing (dat wilde Defensie niet: te duur) of toch alleen op elektriciteit? De elektriciteitsproducenten zijn het daar niet mee eens, maar moeten zich er in schikken. De Haagse Post schrijft: “De Nederlandse machine-industrie kan zodoende kosteloos, d.w.z. op kosten van de Nederlandse elektriciteitsgebruiker, een portie know-how opdoen bij de uitvoering van een economisch dubieus en qua veiligheid nog veel twijfelachtiger project.“
De 3%-heffing wordt een belangrijke accelerator in het verzet tegen kernenergie in Nederland. Duizenden mensen (en organisaties, politieke partijen en zelfs tientallen gemeenteraden) weigeren de ‘kalkar-heffing’ te betalen; vele individuen worden door de elektriciteitsmaatschappijen afgesloten.
De regering haalt al snel bakzeil; in 1974 schrijft Lubbers in de Energienota dat, hoewel de beslissing pas kort geleden is genomen “er nu reeds aanleiding (is) dit project en de toekomst daarvan opnieuw op zijn verdiensten te bezien.“ Hij kondigt aan dat de heffing per 1 januari 1977 beëindigd wordt, hoewel er in de wettekst van uit gegaan wordt dat het tot beëindiging van de bouw door gaat (er wordt van uit gegaan dat dat 1979 zal zijn). Lubbers stelt ook een fonds in waar weigeraars hun geld op kunnen storten en haalt hiermee voor een deel de angel uit de strijd. Maar de kiem van een brede anti-kernenergie beweging is dan al gelegd.
In 1972 worden de kosten (incl. inflatie) van Kalkar op fl. 1,5 miljard geschat. Nederland zal daarvan 212 miljoen gulden betalen.
Beslissing Borssele-II al genomen?
De Zeeuwse bevolking wordt opnieuw gesterkt in haar vermoeden dat de beslissing over een 2e kerncentrale in Borssele, althans voor wat betreft de PZEM, al genomen is. Op deze prinsjesdag organiseren Péchiney en GS Zeeland in Middelburg samen een persconferentie waarop de plannen voor uitbreiding van Péchiney gekoppeld wordt aan de wens een tweede kerncentrale te bouwen. Een week ervoor had Bakker van de SEP al via de PZC laten weten dat voor het einde van het jaar een beslissing zal moeten worden genomen over de bouw van een tweede kerncentrale. Péchiney maakt ook bekend dat het ontheffing gevraagd heeft van de Kalkar-heffing (maar, naar later blijkt, niet krijgt).
Eerste deel Duitse SP2-fabriek in Almelo in bedrijf
In Almelo wordt het eerste deel van de Duitse proeffabriek, de SP2, in bedrijf genomen. De aandeelhouders zijn: UCN en Uranit elk 49%, BNFL 2%. De capaciteit is nu ongeveer 5 ton swu/jaar en de fabriek wordt uitgebreid tot 25 ton per jaar die in de herfst van 1975 moet zijn voltooid. Volgens UCN-plannen gepresenteerd in september, moet zowel in Almelo als in Capenhurst voor 1976 demonstratiefabrieken gereed zijn met elk een productie van 200 ton verrijkt uranium per jaar. In 1980 moet die capaciteit, volgens die plannen, voor elke fabriek zijn uitgebreid tot 1000 ton per jaar. De optimistische plannen zijn ontstaan omdat de Verenigde Staten hun voorwaarden voor de levering van verrijkt uranium flink hebben aangescherpt, zowel qua prijs als wat leveringsvoorwaarden betreft.
Borssele opgestart en overgedragen
Op 19 juni krijgt PZEM van de ministers van EZ, Lubbers, en van V&M, Vorrink, de vergunning om de kerncentrale in werking te stellen. Eind juni begint dan het opstarten en testen van de centrale in 5 fases. Er zijn diverse ‘kinderziektes’: klein brandje binnen, diverse lekkages, mosselen groeien in het koelwaterkanaal waardoor er onvoldoende koelwater wordt aangezogen.
Op 25 oktober wordt de kerncentrale officieel door bouwbedrijf KWU overgedragen aan PZEM nadat de centrale op 12 oktober aangesloten is op het Nederlands koppelnet. Het verrijkt uranium voor de brandstof komt via Euratom uit de VS.
ATHENE-reactor ontmanteld
Anderhalve kilo hoogverrijkt uranium uit de Athene reactor in Eindhoven wordt vervoerd naar Mol (België). Hiermee is de ontmantelings-fase ook ongeveer afgerond want door het zeer lage vermogen en de korte bedrijfsperiode is er vrijwel geen radioactief besmet materiaal. De betonnen biologische afscherming zal gebruikt worden als opslag voor radioactieve bronnen. Zoals aangekondigd in de Kernenergie Nota van Langman (maart 1972) en na een advies van de Wetenschappelijke Raad voor de Kernenergie uit november 1970 (1,5 jaar na de ingebruikname) om de reactor te sluiten omdat die te weinig bijdraagt aan wetenschappelijk onderzoek om het te rechtvaardigen, is de ATHENE gesloten. Onduidelijkheid bestaat over wanneer precies de laatste keer gebruik is gemaakt van de reactor (sommigen bronnen zeggen al 1971!), maar na mei 1973 was het definitief afgelopen. Er bestaat momenteel geen duidelijke onderwijs- of onderzoeksbehoefte meer aan een reactor van het type van de ATHENE.