- ECN:
- nucleair gerelateerde activiteiten van het Energie Centrum Nederland in Petten, 1976 tot 1998 (daarvoor RCN, daarna NRG) Zie HFR voor Hoge Flux Reactor
Productie Molybdeen voor Mallinckrodt
ECN tekent een langdurig contract met Mallinckrodt voor de productie van Molybdeen-99. De ECN gaat Mo-99 produceren door de bestraling van uranium en creëert labfaciliteiten om het molybdeen van het uranium te scheiden. Mallinckrodt verkoopt het vervalproduct van Mo-99 (dat een halfwaardetijd heeft van 6 uur), Technetium-99, voor medische doeleinden. De productie moet eind 1994 beginnen. Mallinckrodt verwacht f 25 miljoen te moeten investeren, maar begin 1994 is dat al 15 miljoen meer geworden.
ECN: 'Rio niet haalbaar'
In de Nationale Energieverkenningen 1990-2015, zegt het ECN dat Nederland onmogelijk kan voldoen aan de doelstelling die in Rio de Janeiro zijn afgesproken (3-5% minder CO2 uitstoot in 2000) met het huidige energiebeleid. Er moet, volgens ECN, geavanceerde kolenverbranding worden toegepast (met ook nog CO2-afvang), bezuinigd op energiegebruik en er moeten nieuwe kerncentrales gebouwd worden. Maar dan nog is hooguit een reductie van 18% CO2-emissies mogelijk. Het onderzoek gaat uit van drie scenario’s waarin de economie (met verschillende snelheid) groeit. De doelstelling van het Verdrag van Rio waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd is dat in 2005 20% minder CO2 uitstoot moet zijn dan in 1989-1990. Uit veel rapporten, waaronder die van TNO, blijkt kernenergie een erg dure manier is om de uitstoot van CO2 te bestrijden.
ECN-opslag: al 20 jaar niet de juiste vergunning
Als de ECN een vergunning aanvraagt voor de uitbreiding van de opslag van radioactief afval, blijkt dat men helemaal geen Kernenergiewet-vergunning heeft voor de huidige opslag faciliteit. In 1965 is er slechts een hinderwetvergunning afgegeven voor een gebouw voor “opslag van radioactief materiaal”, maar in 1970 toen de kernenergiewet in werking trad, heeft de ECN nooit een nieuwe vergunning aangevraagd. Nu is een uitbreiding van de capaciteit nodig door de productie van molybdeen, waarbij “nogal wat“ (warmteproducerend) radioactief afval ontstaat. Er bestaat op lokaal maar ook op landelijk niveau veel weerstand tegen de uitbreiding voor een Amerikaans commercieel bedrijf: “de winst gaat naar Amerika en wij blijven met het afval zitten.“ Ook vindt EZ dat de tussenopslag (voor 50 jaar) in een bunker op het ECN-terrein niet past in het streven om afvalstromen te scheiden en alles centraal op te slaan bij de Covra. Omdat er nog meer vergunningen verandert moeten worden, besluit ECN een jaar later maar een alles-omvattende ‘complex’vergunning aan te vragen.
Onderzoek naar 'inherent veilige reactor'
Bij de presentatie van het jaarverslag deelt ECN mee dat ze beginnen met onderzoek naar de ‘bijzonder veilige’ Hoge Temperatuur Reactor (HTR). Het gaat, zo zegt Van den Kronenberg, “om een reactor die z’n eigen afval weer verbrandt“ en “ook een hoge graad van veiligheid krijgt.“ De centrale wordt ook veel kleiner dan nu gebruikelijk (80MW). Een demonstratiemodel kan dan begin volgende eeuw in gebruik worden genomen. ECN werkt samen met de centrale in Dodewaard en het Amerikaanse General Electric. ECN zal zelf voorlopig 2 a 3 miljoen gulden per jaar steken in het onderzoek. Er komt snel kritiek, zo nieuw is het type nu ook weer niet, het is al dertig jaar oud en een HTR in Hamm (Duitsland) is zelfs al weer afgebroken na even in bedrijf te zijn geweest en stilgelegd te zijn in 1986 na een ongeluk.
Molybdeen-fabriek gestart
De molybdeen-fabriek in Petten is af en start met de testperiode. De minister van Volksgezondheid Borst, zegt op het laatste moment af voor de officiële opening. De bouw is “tientallen miljoenen“ duurder dan gepland en het afval moet meteen naar de Covra, ECN heeft geen toestemming voor tussenopslag.
De ECN heeft een contract afgesloten om in Dounreay (UK) uranium ’targets’ te leasen voor de productie van Molybdeen. Deze targets gaan dan ook weer terug naar Dounreay voor opwerking, nadat er in Petten het Mo-99 is uitgehaald. Door de slechte naam van Dounreay is er veel kritiek op het contract, maar minister Wijers (EZ) “ziet geen reden actie te ondernemen.“
De testfase van de fabriek in Petten voor Mo-productie verloopt niet zonder problemen, in oktober zijn er “twee of drie keer“ atmosferische lozingen. Te weinig om te melden, zegt Mallinckrodt, want onder de norm. Waarschijnlijk zal de fabriek in maart ‘97 echt gaan produceren.
Rapportage storingen nucleaire installaties 1996
In 1996 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 33 storingen voorgedaan: 14 in Borssele, 19 in Dodewaard. Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1996 van de Kernfysische Dienst. Voor het eerst zijn er ook storingen opgenomen van andere nucleaire installaties: ECN en Covra.
ECN: Tijdelijke opslag in zoutkoepels
Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) houdt een studiedag in kleine kring over ondergrondse opslag en ziet deze dag als het begin van een “zinvolle maatschappelijke discussie.“ Het ECN heeft een nieuw opslagplan: sla het kernafval 25 jaar lang tijdelijk op in zoutkoepels, dan kan daarna de volgende generatie beslissen de opslagmijn open te houden of definitief te sluiten. Dit plan roept natuurlijk weerstand op in het Noorden. Milieuminister M. de Boer stelt hierop in een brief van 24 juli dat het opbergen van kernafval in zout “technisch haalbaar en in principe veilig“ is en “dus een van de mogelijkheden blijft die in het onderzoek wordt betrokken.“ Maar de aanleg van een mijn voor de opslag van kernafval is “thans niet aan de orde.“
Rapportage storingen kerncentrales 1997
In 1997 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 24 storingen voorgedaan: 15 in Borssele, 9 in Dodewaard. Verder zijn er ook storingen geweest bij de ECN en Covra (beide 1). Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1997 van de Kernfysische Dienst publiceert in juli 1998.
NRG formeel van start
Om de financiële crisis een beetje het hoofd te bieden heeft de ECN afdeling Nucleair een samenwerkingsverband gesloten met de nucleaire afdeling van de KEMA. De grotendeels complementaire nucleaire expertise van KEMA en ECN wordt samengebracht in de Nuclear Research and Consultancy Group (NRG -op z’n Engels ‘energy’). ECN participeert voor 70% en KEMA voor 30%. Het telt circa 280 medewerkers en heeft vestigingen in Petten en Arnhem. “NRG verwacht zijn positie op de internationale markt te kunnen versterken: een voorwaarde om de kritieke grootte van een aantal nucleaire disciplines – en daarmee de gewenste competentie – voor Nederland te behouden.“ meldt het ECN-jaarverslag over 1998. Na toetsing door de Nederlandse Mededingingsautoriteit en instemming van het Ministerie van EZ vindt de formele oprichting plaats op 1 oktober 1998, direct gevolgd door een strategische oriëntatie op de R&D-koers: “De uitkomst van deze toekomst-verkenning bevestigde dat NRG prioriteit dient te geven aan de ontwikkeling van nieuwe, veilige reactorconcepten, en aan de vermindering en de levensduurverkorting van kernsplijtingsafval.“
NRG gaat het beheer voeren over de HFR de LFR het Hot Cell Lab (HCL), de decontaminatie en waste management faciliteit (DWT) en de productie van medische isotopen.
Rapportage storingen kerncentrales 1998
In 1998 hebben zich in de Nederlandse kerncentrales 19 storingen voorgedaan: 11 in Borssele, 8 in Dodewaard die in maart is stilgelegd. Verder zijn er ook storingen geweest bij de ECN, HOR Delft en Urenco (allemaal 1). Dit blijkt uit het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1998 van de Kernfysische Dienst publiceert in juli 1999.