College GS Zeeland voor nieuwe kerncentrale
Het nieuwe college van gedeputeerde staten van Zeeland ziet de bouw van een tweede kerncentrale als een belangrijke en verantwoorde stap voor de Zeeuwse economie. Dat blijkt uit het collegeprogramma van de coalitiepartners VVD, PvdA, CDA en SGP. Het college acht de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame brandstoffen noodzakelijk en kernenergie in de overgangsfase een goed alternatief, zo blijkt uit het programma. Daar waar het college "mogelijkheden en invloed" heeft, wil het actief meewerken met de initiatiefnemers van een tweede kerncentrale. Coalitiepartner PvdA behoudt zich het recht voor om zowel in het college als in de Provinciale Staten tegen een voorstel voor de bouw van een tweede kerncentrale te stemmen.
Ondertussen is Delta in de rode cijfers beland. Maakte het bedrijf in 2009 nog winst, in 2010 was er netto negatief resultaat van 178 miljoen euro. Desondanks denken ze wel voldoende geld te hebben om een kerncentrale van 5 miljard te bouwen. Op 3 november hebben ze wel met het Franse overheidsbedrijf EDF een ‘Memorandum of Understanding’ getekend ‘to examine the feasibility of a potential new nuclear plant in the Netherlands.’
Inpassingsplan nieuwe kerncentrales
Op 13 april laat minister Verhagen weten dat er vóór 2020 niet meer dan 1 kerncentrale gebouwd kan worden op de locatie Borssele. Het kabinet wil haast maken met de procedures en Verhagen "verwacht het definitieve MER en het ontwerpinpassingsplan in de eerste helft van 2012 afgerond te hebben."
De conclusies of nieuwe kerncentrales ruimtelijk inpasbaar zijn:
- Uit onderzoek naar de koelwatersituatie, de ruimtelijke inpasbaarheid en de mogelijkheid tot aansluiting op het hoogspanningsnet lijkt de realisatie en ingebruikname van twee nieuwe kerncentrales van ieder maximaal 2500 Mwe vóór 2020 op voorhand zeer problematisch. Ook de gelijktijdige bouw van 2 kerncentrales van ieder 1650 MWe kent dezelfde praktische problemen
- Het is vanuit ruimtelijke inpasbaarheid wel mogelijk om twee kerncentrales na elkaar te realiseren. In dat geval is het niet mogelijk om beide centrales voor 2020 gerealiseerd te krijgen. Daarnaast blijft de problematiek ten aanzien van de beperkte beschikbaarheid van koelwater bestaan.
Advies MER nieuwe kerncentrale Borssele 3 ERH
Minister Verhagen publiceert het Advies Reikwijdte en Detailniveau (MER) voor het voornemen van ERH om een kerncentrale in Borssele te bouwen. Met dit advies geeft de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie aan welke milieu-informatie het milieueffectrapport over de voorgenomen bouw van een nieuwe kerncentrale in Borssele moet bevatten "om de gevolgen voor het milieu in het besluit over de vergunningsaanvraag mee te kunnen wegen."
In totaal zijn er 920 'zienswijzen' tegen het ERH (Energy Resources Holding) voornemen ingediend, vaak door (veel) meer mensen ondertekent (bij het voornemen van Delta waren 320 zienswijzen ingediend -vaak ook door meerdere mensen ondertekent). Het advies bevat "nagenoeg dezelfde inhoud als de Richtlijnen die op 11 juni 2010 zijn vastgesteld voor Delta N.V. inzake het milieueffectrapport Tweede kerncentrale Borssele. Dit is uiteraard het gevolg van de overeenkomsten in de voornemens van beide bedrijven."
Energierapport 2011
Het Energierapport 2011 van minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. "Een realistisch energiebeleid", aldus de minister. "We werken aan de omschakeling naar duurzame energie en een drastische vermindering van de uitstoot van het broeikasgas CO2. We doen dat geleidelijk, op een manier waardoor groene energie en economische groei kunnen samengaan. Daardoor kunnen de energiebedrijven en instellingen in ons land uitgroeien tot een topsector van de economie."
De kern van het energiebeleid volgens het rapport: de overgang naar een schonere energievoorziening; economisch perspectief energiesector en zorgen voor een betrouwbare energievoorziening.
'Volstrekt ambitieloos' en 'van alles een klein beetje' zijn de reacties op de regeringsplannen voor 'een transitie naar een duurzame energievoorziening'. Maar van alles een klein beetje is eigenlijk niks dus. Wel gaan ze voorbereidingen treffen "voor het verlenen van een vergunning voor een tweede kerncentrale in Borssele."
Definitieve beschikking brandstofdiversificatie Borssele
Na diverse eerdere keren overwogen is de EPZ op 8 juli 2010 toch gestart met de vergunningsaanvraag voor het gebruik van MOX-brandstof in de kerncentrale.
Op 9 maart 2011 legt de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) de ontwerpbeschikking ‘Brandstofdiversificatie Kerncentrale Borssele’ op grond van de Kernenergiewet (Kew) ter inzage gelegd en op 24 juni komt de definitieve vergunning.
Door die vergunning is het EPZ toegestaan om in de kerncentrale Borssele MOX en ook (c)-ERU te gebruiken. MOX is een mengsel van uranium en plutonium en (c)-ERU is gecompenseerd verrijkt opgewerkt uranium. Om gebruik van (c)-ERU te maken moet de maximale verrijkingsgraad verhoogd worden. Door de storende werking van U-236 die in het opgewerkt uranium aanwezig is en dat werkt als een neutronenvanger, moet er meer splijtbaar uranium aanwezig zijn om de zelfde energie op te wekken. De maximaal toegestane verrijkingsgraad (het percentage splijtbaar U-235) wordt verhoogd naar 4,6%. Doordat plutonium een aantal kernfysische eigenschappen heeft die anders zijn dan uranium-235, worden de veiligheidsmarges door de inzet van MOX kleiner. Door de inzet van MOX en (c)-ERU neemt de stralingsbelasting van werknemers toe, nemen de tritiumlozingen toe, nemen de proliferatiegevaren toe, etc. Maar de minister heeft er geen probleem mee.
Op 13 februari 2013 veegt de Raad van State het beroep van Greenpeace van tafel: “mox-splijtstof levert slechts een onbeduidende verhoging van de veiligheids- en gezondheidsrisico's op”.
RWE aandeelhouder kerncentrale Borssele
Nadat de Hoge Raad in januari nog weer uitgesproken had dat de kerncentrale in Borssele in private handen moet blijven en de 50% aandelen van ERH (Essent) niet aan RWE verkocht kunnen worden, is er enkele weken later opeens een overeenkomst tussen Delta en RWE. Per 30 september heeft RWE een minderheidsbelang van 30% en Delta vergroot haar aandeel naar 70%. Op dezelfde dag wordt hierover de Kamer pas geïnformeerd. De laatste zin in die brief is overigens ook interessant: "Ik heb er vertrouwen in dat partijen de komende maanden tot goede afspraken komen om ook samen te werken in het initiatief om te komen tot een nieuwe kerncentrale in Borssele."
MER-procedure voor inpassing Borssele II begint
De startnotitie 'PlanMER tweede kerncentrale Borssele' begint er letterlijk mee: om "zicht te houden op het verlenen van een vergunning voor een veilige, nieuwe kerncentrale nog tijdens deze kabinetsperiode," zijn de procedures gestart die nodig zijn voor het planologisch mogelijk maken van een nieuwe kerncentrale in het Sloegebied. Voordat feitelijk kan worden gestart met de oprichting en bouw moeten een aantal procedures worden doorlopen. Hierbij is "de rijkscoordinatie regeling van toepassing waardoor besluitvorming sneller en efficiënter kan plaatsvinden". Dit betreft onder meer een aanpassing van het bestemmingsplan in de vorm van een inpassingsplan. Dit betekent in concreto dat het niet gaat of er een kerncentrale kan komen, maar hoe die 'ingepast' moet worden.
Begin van het einde van Borssele 2
Op 31 oktober geeft Delta-directeur Boerma een interview met het Financieel Dagblad waarin voor het eerst twijfels over een nieuwe kerncentrale: het is economische eigenlijk niet haalbaar zonder financieel steun, onder meer in de vorm van een hoge minimum Co2-prijs. De verwarring neemt toe als de regering meteen reageert en zegt dat dat er niet van gaat komen.
Het is het begin van het einde voor Borssele-2 en Boerma. Een dag na de publicatie van het interview blijkt dat de aandeelhouders zijn geschrokken en ook twijfels hebben over de 'business-case'. Ze zullen niet zomaar over gaan tot het ter beschikking stellen van 100 miljoen -later 60 miljoen voor Fase 1- voor de vergunningsaanvraag (die uiteindelijk ruim 200 miljoen euro zal gaan kosten). Iedereen gaat ervan uit dat het Franse staatsbedrijf EDF, waar immers al een samenwerkingsverdrag mee getekend is, de andere helft zal betalen. In eerste instantie krijgt Delta tot april 2013 -15 maanden- de tijd voor keiharde afspraken met partners. Maar de aandeelhouders gaan zich steeds meer roeren: Vlissingen, Terneuzen en Veere zeggen tegen de investering te zullen stemmen op de aandeelhoudersvergadering op 22 december. Als ook de provincie – de grootste aandeelhouder- het niet meer zeker weet, neemt Delta het zekere voor het onzekere en haalt op 9 december het voorstel tot financiering van de vergunningsaanvraag van de agenda.
Feitelijk is dit het einde, maar dat wordt pas op 22 december bevestigd doordat directeur Boerma ontslagen wordt en de plannen een half jaar worden uitgesteld om de bussiness-case te onderzoeken. EDF blijkt dan ook al afgezien te hebben van participatie.
Bij de aandeelhoudersvergadering wordt door ruim 150 mensen gedemonstreerd tegen de plannen voor een nieuwe kerncentrale. Ook worden er 100.000 kerstkaarten tegen de plannen aangeboden aan Delta.
Ongewone gebeurtenissen in Nederlandse nucleaire inrichtingen in 2011
In 2011 hebben zich in de Nederlandse nucleaire inrichtingen 15 'meldingsplichtige' storingen voorgedaan: waarvan 8 in de kerncentrale in Borssele. Bij de overige nucleaire installaties in Nederland waren zeven ongewone gebeurtenissen: 1 in de HFR, 3 in overige NRG-installaties, 2 bij Urenco en 1 met een transport.
Het aantal wijkt niet sterk af in vergelijking met voorgaande jaren. Drie van de vijftien gebeurtenissen (alle bij de kerncentrale) waren van categorie 1 van de Internationale schaal van nucleaire gebeurtenissen (INES).
Bij de opzet van de INES schaal in 1989 was de gedachte dat deze schaal zo zou zijn opgebouwd dat zich bij een “normale” nucleaire installatie per jaar ongeveer tien INES-niveau 0 en één INES-niveau 1 gebeurtenissen kunnen voordoen. In dat opzicht vallen de drie INES-niveau 1 meldingen die in 2011 bij KCB zijn opgetreden op. "Het optreden van drie INES-niveau 1 meldingen in één kalenderjaar heeft de aandacht van de KFD, maar er is nog geen aanleiding om van een trend in de verkeerde richting te spreken." schrijft de KFD.
Wat nieuw is in dit overzicht is dat er een aantal keren vermeld wordt dat een gebeurtenis weliswaar niet meldingsplichtig is, maar "gezien de aard van het voorval wel van belang wordt geacht voor deze rapportage." Maar het is toch een rapportage van "ongewone gebeurtenissen", en niet van "ongewone meldingsplichtige gebeurtenissen". In elk geval moet geconstateerd worden dat de meldingsplicht onvoldoende of achterhaald is.
Dit alles blijkt uit het jaarlijkse overzicht van de Kernfysische Dienst over de ongewone gebeurtenissen in de nucleaire installaties in 2011. Het wordt pas op 27 februari 2013 (!) door het Kabinet aan de Kamer gestuurd.