- Regering en parlement:
- algemeen beleid van kabinet en (al of niet gesteund door) parlement
Randvoorwaarden voor kerncentrales
Van Geel stuurt de Notitie ‘Randvoorwaarden voor nieuwe kerncentrales’ naar de Tweede Kamer. Het feit dat Van Geel de randvoorwaarden naar de Kamer stuurt wekt enige verwondering: het intussen demissionaire Kabinet gaat door als minderheidskabinet en zal daarom controversiële onderwerpen niet behandelen. Niemand zou het dus vreemd vinden als dit over de verkiezingen heen zou worden getild. Toch kiest Van Geel daar niet voor en geeft nu de indruk dat hij het snel door wil drukken.
Als bijlage van de Randvoorwaarden zijn een aantal rapporten over opinies, financiële zekerheid en overzicht van nieuwe types.
In de brief van Van Geel staat een aantal opmerkelijke zaken: zo mag er alleen een nieuwe kerncentrale komen als er een oplossing is voor het kernafvalprobleem. Maar: ondertussen mogen procedures doorlopen worden en mag er wel gebouwd worden. Binnen tien jaar “moet er door de overheid een beslissing zijn genomen over de eindbestemming voor het radioactief afval,” behalve als de “Europese regelgeving tot een besluit op een eerdere datum verplicht.“ Hij stelt dat “alleen geologische berging (in de diepe ondergrond) van hoogradioactief afval“ bij de huidige stand van de wetenschap en techniek een “echte oplossing“ is.
Bij het kamerdebat eind oktober zegt de PvdA geen veto uit te willen spreken over een nieuwe kerncentrale maar wel de voorwaarden zo streng te willen maken dat de bouw de facto onmogelijk wordt. Van Geel zegt dat juist niet onmogelijk te hebben willen maken, en heeft van Delta begrepen dat hij dat ook niet gedaan heeft. Hij had graag gewild dat, net als in Finland, er bij aanvang van de bouw een oplossing was voor de definitieve opslag van kernafval, maar dat zou betekenen, zo zei hij letterlijk, dat “het er dan nooit van zou komen.”
Edoch, de Randvoorwaarden blijven een voorstel, de Kamer praat er niet eens verder over.
Aanpassingen in Wijzigingsvoorstel kernenergiewet
"In het kader van de in het Energierapport aangekondigde 'no-regret' maatregelen om een volgend kabinet in staat te stellen een weloverwogen besluit over kernenergie te nemen, heeft het kabinet besloten dat het voorliggende wetsvoorstel tot wijziging van de Kernenergie aanpassing behoeft." Aldus Cramer (VROM) en Van der Hoeven (EZ) aan de Kamer. Dit betekend dat het kabinet tot de conclusie is gekomen dat het wetsvoorstel dat door het vorige kabinet in januari 2006 bij de Tweede Kamer is ingediend, aangepast moet worden. Onderdelen die van invloed zijn op de toekomst van kernenergie in Nederland ("die de toekomst van kernenergie in Nederland bemoeilijken) worden uit het wetsvoorstel gehaald. Slechts de wijzigingen die “van meer technische aard zijn of algemeen gedragen worden en niet op latere besluitvorming vooruitlopen", worden gehandhaafd. De onderdelen van het wetsvoorstel over toekomstig beleid met betrekking tot opwerken en de geldigheidsduur van vergunningen voor nieuwe kerncentrales vervallen hiermee.
Het nieuwe Wijzigingsvoorstel kernenergiewet
Regeerakkoord: meer kernenergie, EU-doelen 'leidend'
In het concept-regeerakkoord van het kabinet-Rutte wordt, wat de onderwerpen energie en klimaat betreft, gekozen voor méér kernenergie en een verlaging van de CO2-reductiedoelen tot die van de EU. Definitieve beslissingen over ondergrondse CO2-opslag moeten wachten op de besluitvorming over een of meer nieuwe kerncentrales. "Deze opslag komt pas aan de orde na verlening van de vergunning voor een nieuwe kerncentrale". Het is duidelijk dat de klimaatsceptici in (vooral) de PVV en VVD een grote invloed hebben gehad en er spreekt een soort 'revanchisme' tegenover de milieubeweging uit.
De energiepassage uit het regeerakkoord begint met: (...) Nederland moet voor de voorziening van energie minder afhankelijk worden van andere landen, hoge prijzen en vervuilende brandstoffen. De energiezekerheid moet worden vergroot en er komt meer aandacht voor het verdienpotentieel op energiegebied. De Europese doelen voor een duurzame energievoorziening zijn leidend. Dit betekent 20% CO2-reductie en 14% duurzame energie in 2020.
Al binnen enkele maanden is de hele besluitvorming over CO2-opslag volledig gestopt.