Het Eindrapport van de BMD verschijnt
In de discussiefase van de BMD zijn er ongeveer 2000 publieksbijeenkomsten georganiseerd, hebben honderden scholen lessen gewijd aan energie, is er een krant verspreidt met een oplage van 1.1 miljoen en zijn er tenslotte een aantal bijeenkomsten met deskundigen geweest.
De belangrijkste conclusie uit het Eindrapport (dat op de resultaten van de discussiefase gebaseerd is) is dat het niet voor de hand ligt nu een beslissing te nemen over uitbreiding van het aantal kerncentrales, maar dat Dodewaard en Borssele kunnen open blijven. Er is een ruime meerderheid tegen kernenergie: 57% vindt zelfs dat de twee bestaande kerncentrales ook gesloten moeten worden. Ongeveer 30% is weliswaar tegen kernenergie maar vindt sluiting van de twee kerncentrales niet noodzakelijk. 21% is voor uitbreiding van kernenergie. De Stuurgroep vindt daarom dat er 51% voor openblijven van Dodewaard en Borssele is. Verder vindt een ruime meerderheid dat er meer aandacht voor energiebesparing moet komen en is er een voorkeur voor decentrale opwekking. De milieubeweging is weliswaar redelijk tevreden, maar vreest wel dat het kabinet zich weinig gelegen zal laten liggen aan de uitkomsten.
Het Eindrapport vermeldt twijfels over criteria voor opslag van kernafval, maar stelt tevens dat het vertrouwen “in kringen van deskundigen“ groeit dat het probleem binnen tien tot twintig jaar is opgelost. Wie die deskundigen zijn, wordt niet vermeld.
De BMD heeft ruim f 27 miljoen gekost. Het wordt algemeen niet als een geslaagd inspraakexperiment gezien maar als een hele dure opiniepeiling. Maar dat heeft veel te maken met de onmiddellijke reacties van vooral minister Van Aardenne (EZ). In Intermediair wordt daarover (later) gezegd: “Doordat de overheid haar legitimiteit niet meer aan het draagvlak van haar besluiten ontleent maar aan de economische consequenties die haar verzekeren van steun van de sterke delen van de maatschappij, kan zij voorbij gaan aan de uitslag van de MDE. Het samenspel van vereconomisering van de argumentatie en inperking van de groep op wiens steun men een beleid baseert, geeft de overheid in toenemende mate een autoritair karakter.“
De uitslag van de BMD wordt pas in het najaar in de Kamer officieel besproken, kort daarna in november, overlijd De Brauw, nog voor het officiële standpunt van het Kabinet over de BMD.
Borssele ‘niet zo geschikt’ als locatie kerncentrale
De Rijksplanologische Dienst heeft de mogelijke locaties voor de bouw van kerncentrales nader bekeken en vindt dat er geen overwegende bezwaren zijn uit het oogpunt van ruimtelijke ordening. De RPD vindt het Zeeuwse Bath/Hoedekenskerke het meest geschikt, maar evacuatie in geval van een ramp is problematisch. Borssele is niet zo geschikt, wegens de hoge bevolkingsconcentratie in de nabije steden Vlissingen en Middelburg. De regering zal de uitkomsten meenemen in haar afweging later in het jaar.
Rapportage storingen in kerncentrales 1984
De Kernfysische Dienst rapporteert op 10 mei 1985 het jaarlijkse overzicht over de storingen in de kerncentrales in 1985. In Borssele vonden 11 storingen plaats, in Dodewaard 8, totaal dus 19.