Kamerleden ontdekken ongeluk KCB
Als kamerleden als voorbereiding op het kamerdebat over het ongeluk in Harrisburg in december 1979 op bezoek gaan bij de kerncentrale in Borssele en (een deel van) de logboeken inzien, blijkt dat het ernstige veiligheidsrisico in de kerncentrale in januari 1978 heeft plaats gevonden. Tijdens een routinecontrole blijken dan de kleppen in de persleiding van het noodkoelsysteem in gesloten stand te staan. Was er een breuk in het primaire (radioactieve) koelsysteem ontstaan, dan had men niet meer dan een half uur de tijd gehad om de noodkoeling alsnog in orde te krijgen. Maar wordt gezegd, binnen die tijd zouden de neergelaten regelstaven de kettingreactie al gestopt hebben. Dat mag zo zijn, maar daarmee is de warmteontwikkeling (waarvoor het koelsysteem immers is) nog niet gestopt.
Dit is van de belangrijkste redenen waarom de Tweede Kamer een overzicht eist van storingen in de Nederlandse kerncentrales. Vanaf 1980 zal dat ook jaarlijks gebeuren.
Ongeluk Harrisburg
In de Amerikaanse centrale Harrisburg (op Three Mile Island) valt een koelingspomp uit en geeft een lampje in de controleruimte de verkeerde stand van een aflaatklep aan. Noodsystemen treden in werking maar door slecht functionerende kleppen, blijft het waterniveau in het primaire koelcircuit zakken, komt de kern droog te liggen, smelt gedeeltelijk en er komt 15 uur lang radioactiviteit vrij. Pas na 8 uur komt er weer water in het primaire circuit, werken de pompen weer en neemt druk en temperatuur in de kern af. Gelukkig explodeert het in de reactor gevormde waterstofgas niet. Omdat de situatie een aantal dagen heel onduidelijk is worden zwangere vrouwen en kinderen verplicht geëvacueerd. Daarnaast gaan nog eens 200.000 mensen vrijwillig (?) weg uit de omgeving.
Pas in 1985 kan men het deksel van het reactorvat optillen en de schade in de kern opnemen: daaruit blijkt dat er meer splijtstof gesmolten is, dat de schade groter, de temperatuur hoger, het waterniveau lager en de belasting van het vat groter zijn geweest dan aangenomen. In 1993 is de brandstof verwijdert en de schoonmaak afgerond.
De Amerikaanse overheid heeft altijd volgehouden dat de ramp in Harrisburg geen gevolgen heeft gehad op de gezondheid van mens of omgeving. Onafhankelijke onderzoekers hebben deze beweringen steeds weer aangevochten.
In de 25 jaar na de ramp wordt in de VS geen kerncentrale meer besteld en 110 kerncentrales in aanbouw of gepland worden geannuleerd of omgebouwd tot conventionele centrale.
Harrisburg: kan zoiets ook in Borssele?
Naar aanleiding van het ongeluk in de kerncentrale in Harrisburg schrijven de ministers van Sociale Zaken (Albeda) en Volksgezondheid (Ginjaar) dat er geen reden is om de kerncentrales te sluiten, maar dat alle procedures waarbij menselijk handelen een rol speelt, opnieuw zullen worden beoordeeld. Meteen na het ongeluk zei een PZEM woordvoerder over Borssele: “Ik wou dat ik kon zeggen: Hier kan zoiets niet gebeuren.“ Op 7 april demonstreren ongeveer 2000 mensen bij de kerncentrale.
Kamer voor openhouden bestaande centrales
Bij de behandeling van de ’Nota over het Kernongeval nabij Harrisburg’ in de Tweede Kamer wordt duidelijk dat een meerderheid voor het openhouden van de centrales in Dodewaard en Borssele zijn en de Nederlandse centrales ‘betrouwbaar’ vinden. Binnen de PvdA is ongeveer 1/3 voor sluiting en D66 is voor openhouden onder bepaalde voorwaarden. Daarmee is een motie van de PPR voor sluiten van de centrales waar later over gestemd zal worden, bij voorbaat kansloos.
Rapportage storingen in kerncentrales 1980
Voor het eerst hebben de exploitanten een overzicht verstrekt van de storingen in de kerncentrales in het jaar 1980. Een Kamermeerderheid had na het ongeluk in Harrisburg om een dergelijk overzicht gevraagd. Maar ja, er is geen (internationale) vastgestelde indeling, dus hebben ze, om tijdens de proefperiode ervaring op te doen met systematische storingsreportage zelf een categorie-indeling gemaakt naar aanleiding van een Zweeds meldingssysteem. Volgens de exploitanten is aantal en de ernst vergelijkbaar met andere industriële installaties. Op 19 mei 1981 publiceert de Kernfysische Dienst van het directoraat-generaal van het Min. van Sociale Zaken het eerste officiële rapport. Vanaf nu zal dat elk jaar gebeuren. In Borssele zijn er in 1980 18 storingen geweest, in Dodewaard 20.