Ongeluk Harrisburg

De koeltorens van de 2 kerncentrales op Three Mile Island
29 maart 1979

In de Amerikaanse centrale Harrisburg (op Three Mile Island) valt een koelingspomp uit en geeft een lampje in de controleruimte de verkeerde stand van een aflaatklep aan. Noodsystemen treden in werking maar door slecht functionerende kleppen, blijft het waterniveau in het primaire koelcircuit zakken, komt de kern droog te liggen, smelt gedeeltelijk en er komt 15 uur lang radioactiviteit vrij. Pas na 8 uur komt er weer water in het primaire circuit, werken de pompen weer en neemt druk en temperatuur in de kern af. Gelukkig explodeert het in de reactor gevormde waterstofgas niet. Omdat de situatie een aantal dagen heel onduidelijk is worden zwangere vrouwen en kinderen verplicht geƫvacueerd. Daarnaast gaan nog eens 200.000 mensen vrijwillig (?) weg uit de omgeving.
Pas in 1985 kan men het deksel van het reactorvat optillen en de schade in de kern opnemen: daaruit blijkt dat er meer splijtstof gesmolten is, dat de schade groter, de temperatuur hoger, het waterniveau lager en de belasting van het vat groter zijn geweest dan aangenomen. In 1993 is de brandstof verwijdert en de schoonmaak afgerond.
De Amerikaanse overheid heeft altijd volgehouden dat de ramp in Harrisburg geen gevolgen heeft gehad op de gezondheid van mens of omgeving. Onafhankelijke onderzoekers hebben deze beweringen steeds weer aangevochten.
In de 25 jaar na de ramp wordt in de VS geen kerncentrale meer besteld en 110 kerncentrales in aanbouw of gepland worden geannuleerd of omgebouwd tot conventionele centrale.


Trefwoorden: