Kernenergiewet

wetgeving specifiek voor kernenergie en algemene discussie over- en ontwikkeling van de Kernenergiewet

Bilateraal verdrag nodig voor opwerking

juni 2006

De Franse wetgeving over de invoer en opslag van kernafval wordt aangescherpt. Dat betekent dat bij het sluiten van opwerkingscontracten er ook een verdrag tussen de landen (Nederland bijv.) gesloten moet worden waarin een datum voor terugzenden van het hoogradioactief afval is opgenomen.
In de nieuwe Kernenergiewet, hoewel onduidelijk is wanneer die er komt, zal, zo is waarschijnlijk, opwerking weer vergunningsplichtig worden en heeft de politiek er weer wat over te zeggen door het bilaterale verdrag. Voor Borssele betekent dit dat er geen splijtstof naar La Hague vervoerd kan worden voordat het verdrag met Frankrijk is goedgekeurd door de Kamer. En daarvoor is de herziening van de KeW (met de discussie over opwerken) weer belangrijk. Borssele heeft voldoende opslagcapaciteit om dat jaren uit te zingen.




Voorstel wijziging Kernenergiewet

9 januari 2006

De staatssecretaris van Milieu Van Geel stuurt zijn wetsvoorstel over de wijziging van de Kernenergiewet (KeW) naar de Tweede Kamer.
Het gaat daarbij o.a. om de volgende onderwerpen:
– het mogelijk maken om vergunningen voor nieuwe kerncentrales voor ten hoogste veertig jaar te verlenen; (uit de antwoorden van kamervragen later blijkt dat die 40 jaar verlengd kan worden na een nieuwe beoordeling)
– het mogelijk maken de aanvraag om een vergunning voor het oprichten van een kerncentrale van een verouderd type te weigeren;
– het opnemen van de verplichting voor de vergunninghouders van kerncentrales om financiële zekerheid te stellen voor de kosten die zijn verbonden aan de buitengebruikstelling en ontmanteling van een kerncentrale;
– het creëren van een sturingsmogelijkheid voor het bevoegd gezag op de keuze van de vergunninghouder voor het al dan niet opwerken van bestraalde splijtstoffen;
– vereenvoudiging van het bevoegde gezag voor de vergunningverlening op basis van de Kernenergiewet;
– het opnemen van een delegatiebepaling om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels te kunnen stellen met betrekking tot het buitengebruik stellen en ontmantelen van kerncentrales (directe ontmanteling);
–het vaststellen van een uiterste sluitingsdatum voor de kerncentrale Borssele.
Maar als de beslissing genomen is om Borssele langer open te houden is de haast opeens weg en komen de wijzigingen van de KeW niet meer aan bod in dit kabinet.


Trefwoorden:


Afvalbeleid van EZ naar VROM

12 juli 2001

Tot nu toe is de primair verantwoordelijke voor het onderzoek op het gebied van radioactief afval het ministerie van EZ. Dat is “te begrijpen vanuit het historisch gezichtspunt, waarbij Economische Zaken pleitbezorger was van de introductie van nucleair elektriciteitsvermogen.” Maar dat gaat nu veranderen: “Inmiddels kan geconstateerd worden dat Economische Zaken –zeker na de liberalisering van de elektriciteitsmarkt- niet langer een brandstofinzetbeleid voor de elektriciteitsproductiesector kent en daarmee ook niet langer pleitbezorger is voor de inzet van nucleair vermogen. Daarmee is het radioactief afvalbeleid –net als het overige afvalbeleid- er veeleer een geworden dat primair dient te vallen onder de beleidsverantwoordelijkheid van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.” EZ blijft echter wel primair verantwoordelijk voor het energiebeleid en dus ook voor kernenergie.




KFD van SZ naar VROM

1 juni 2000

De Kernfysische Dienst wordt overgeheveld van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar VROM. De KfD is verantwoordelijk voor de uitvoering van het toezicht op de naleving van vergunningen op grond van de Kernenergiewet. Dit is opnieuw een verdere concentratie van kernenergie (taken) op het ministerie van VROM “ter bevordering van effectiviteit en eenheid van beleid en uitvoering op het gebied van kernenergie ligt bundeling van taken en deskundigheid bij een departement voor de hand.” Sociale Zaken blijft nog wel verantwoordelijk voor normstelling voor de arbeidsveiligheid (stralingsbescherming werknemers).


Trefwoorden:


Ook nieuwe eigenaar voor Borssele

1 januari 1990

Nadat Dodewaard in oktober al van eigenaar is verandert wordt nu ook productie sector van de PZEM (o.a. de kerncentrale Borssele) overgedragen aan de EPZ (Elektriciteits-Productiemaatschappij Zuid-Nederland, een fusie van de provinciale bedrijven van Noord-Brabant, Limburg en Zeeland). Volgens de nieuwe Elektriciteitswet uit 1989 moeten productiebedrijven zich bundelen en een minimum productie-capaciteit hebben van 2500MW. Het overdragen van de vergunning in het kader van de Kernenergiewet wordt in de nieuwe Elektriciteitswet in een speciale paragraaf geregeld.




Nieuwe eigenaar Dodewaard

Kerncentrale Dodewaard
26 oktober 1989

De SEP wordt de nieuwe eigenaar van de kerncentrale in Dodewaard. De aandeelhouders machtigen de SEP om de aandelen over te kopen voor de somma van f 128.500,-. De huidige eigenaars zijn elektriciteitsmaatschappijen verenigd in de GKN (Gemeenschappelijke Kernenergie Centrale), maar door de nieuwe Elektriciteitswet moet een elektriciteitsbedrijf een capaciteit van tenminste 2.500 MW hebben om zelfstandig te mogen draaien. En de enige GKN-centrale is maar 58MW. In juni zijn de partijen al akkoord gegaan, nu is de overdracht aan de nieuwe eigenaar een feit.




Diversificatie UCN; laserverrijking onder geheimhouding KeW

12 april 1989

UCN heeft vorig jaar al aangekondigd dat het haar activiteiten uitbreidt: het gaat zich ook richten op de lucht- en ruimtevaart. UCN-Aerospace wordt opgericht en in januari 1989 komt er een order van Fokker voor de onderdelen van de F-100. In maart 1990 krijgen UCN, Fokker en Stork f 77 miljoen van EZ om te kunnen meedoen aan en internationaal telecommunicatie programma.
Op de Universiteit Twente ontstaat in oktober (1988) beroering door de voorgenomen samenwerking met UCN in laseronderzoek. Men vreest militaire toepassingen van het onderzoek, maar in maart 1989 wordt door UT en UCN samen het NCLR (Nederlands Centrum voor Laser Research) opgericht. In april antwoord minister De Korte (EZ) op Kamervragen dat “hoewel de laserverrijking van uranium nog ver verwijderd is van commerciële toepasbaarheid“ hij het onderzoek “met het oog op mogelijke proliferatiegevaren“ onder de toepassing van het Geheimhoudingsbesluit Kernenergiewet (Stb. 1971, 420) gebracht heeft.




De Staat sjoemelt met de Kernenergiewet

10 november 1987

Vergunningen voor het gebruik van stralings- of onderzoeksapparatuur zijn gewoon op een nieuwe naam gezet met alleen een publicatie in de Staatscourant achteraf. Zo blijkt de onderzoeksreactor van het Inter Universitair Reactorinstituut opeens op naam van de Technische Universiteit Delft te staan. Volgens de Kernenergiewet moet de nieuwe eigenaar een (nieuwe) vergunning aanvragen, die openbaar is en waartegen bezwaar gemaakt kan worden. In totaal lijkt het al ruim 20 keer voorgekomen te zijn dat dat niet gebeurt, meest bij ziekenhuizen.




Inhoud syndiceren